zaterdag 31 mei 2008


Groente of fruit?
Een van de mooiste compromissen die er in EU-verband al gesloten is betreft een agrarisch. In Portugal vinden ze wortelconfituur enorm lekker. Op zeker ogenblik werden er in Brussel subsidies verdeeld om de verwerking van fruit te steunen. Daarbij zou Portugal omdat daar vrij weinig om vruchten wordt gegeven een flinke som gelds mislopen, behalve…Juist: behálve als de EU zou beslissen dat wortels fruit zijn. En zulks geschiedde. Officieel is een wortel voor Brussel geen groente meer, maar fruit! Maar ís een wortel fruit? Fruit is altijd de vrucht van een plant, zoals een aardbei. Groente kan ook een ander deel zijn, bijvoorbeeld het blad, de knol, de stengel of de wortel. Maar er zijn ook hier natuurlijk uitzonderingen: tomaten en komkommers zijn ook vruchten, maar die noemen we weer groente. Er is nog een verschil tussen fruit en groente: fruit kan je altijd rauw eten, maar groente niet altijd. Ook aan die definitie beantwoordt de wortel: je kunt die rauw eten….

vrijdag 30 mei 2008


Davids & Jacobs
Toen ik de dichtbundel Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten van Adriaan Jaeggi weer eens ter hand nam viel daar een uitdraai van een mailtje uit. Het was me opgevallen dat hij een motto (bovenstaande tekst uit de strip De valstrik) abusievelijk aan een voetballer toeschreef in plaats van aan de grote Edgar P. Jacobs. Ik had hem ergens anders voor nodig, maar ik kon het niet laten in een ps’je te schrijven: “Waarschijnlijk maakte iemand u daar reeds op attent, maar mag ik er u voor een volgende druk (die ik u van harte gun) van Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten op attenderen dat het bovenste van de motto’s in die bundel uit De valstrik van Edgar P. Jacobs komt? Edgar Davids is een voetballer met een rare bril op.” Zijn antwoord: “U was de eerste. U komt dus de eer toe mij een onaangenaam, zinkend gevoel in mijn maag bezorgd te hebben. Wat een blunder! En een herdruk van Het paard & de Hond zit er vooralsnog niet in. Ik hoop dat ik ooit de kans te krijgen om Edgar P. Jacobs recht te doen. De enige troost is dat Edgar Davids niet meegaat naar het WK.” Hetgeen ik een grappig slot vind.

donderdag 29 mei 2008


Niemand die het weet
Wolter Seuntjens is chasmoloog. Mijn editie van de Dikke Van Dale kent het woord niet. Chasmoloog? Gaapdeskundige! Dat bestáát. Onlangs promoveerde Seuntjens aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op het proefschrift On yawning. En pas verscheen zijn boek Gaap! Het grappige is dat iedereen het verschijnsel gapen kent, maar dat er amper serieus onderzoek naar is verricht. Uit wetenschappelijke studies bleek dat het niets te maken heeft met zuurstoftekort, honger of vermoeidheid (want in bed wordt niet gegaapt). Maar waarmee dan wel? Niemand die het weet. Door de eeuwen heen is er wel regelmatig gesteld (onder meer in de Kamasutra, en in Lady Chatterley’s Lover) dat wanneer een vrouw gaapt, zij daarmee vleselijke willigheid vertoont. Maar hoe zit het dan met de mannen? Die gapen toch ook? Zijn zij nooit behept met vleselijke willigheid? In concreto: niemand die het weet. Seuntjens heeft wel andere dingen vastgesteld. Dat álle vissen gapen. Dat álle reptielen gapen. En dat álle zoogdieren gapen, op twee na: slechts bij de walvis en de giraffe is nooit gapen vastgesteld. En dát is dan weer wel een aardig weetje!

woensdag 28 mei 2008


Een onvoorstelbaar standpunt
Ben bezig in In de tegenwoordige tijd – Journaal 1922-1989 van Michel Leiris. En die noteerde op maandag 7 juli 1924: “Muziek staat mij tegen omdat zij nooit aansluit bij de realiteit, ideeën noch voorwerpen in het spel brengt en daardoor het type bij uitstek van de ‘Kunst’ vormt. Het gebruik van muziek is nauwelijks aanbevelenswaardiger dan dat van tabak en verdovende middelen. Muziek kan nooit mysterieus zijn omdat zij volledig buiten de wereld van ons kennen blijft en bijgevolg geen enkele invloed heeft op de conceptie die wij hebben van het universum en van onze persoonlijke lotsbestemming. De schilders die meenden uit hun kunst elk voorstellingselement te moeten uitbannen, verlaagden de schilderkunst tot de rang van de muziek.” Ik was hierdoor verbijsterd. Dat iemand zoiets kán vinden. Werkelijk onbegrijpelijk. Er is poëzie die mij tot tranen toe kan roeren, maar het is vooral de muziek – voor mij toch de hóógste kunstvorm, want in staat zonder aanzien des taals iederéén te raken – die mij kan ontroeren. Zoals de laatste tijd Peter Benoit me met het Agnus Dei uit zijn Requiem 1863 de adem beneemt. Ik kan me echt niet voorstellen zonder muziek te kunnen, zoals deze surrealist blijkbaar kon. Als Alberto Giacometti hem (zie bijgaand portret) een beetje waarheidsgetrouw heeft getekend ging Leiris van zijn muziekloosheid in elk geval niet bepaald vrolijk kijken….

dinsdag 27 mei 2008


Hoe alles gebeurt
Een van de interessantste dichters in ons taalgebied is de sympathieke Limburger Frans Budé. Hij is ook trouw aan zijn uitgever, en die is dat aan hem: Meulenhoff publiceerde niet minder dan tien bundels van zijn hand. De eerste was, in 1984, Vlammend marmer. De meest recente is Blauwe rijst (2006). Liefhebbers hoeven voortaan niet langer jaren geduld te oefenen om nieuw werk van hem te mogen savoureren, want ook Frans Budé is met de tijd mee. Hij had al een eigen website, maar hij onderhoudt nu ook een blog: Divers – Poëzie en meer van Frans Budé. Het is een hartverwarmende plaats om te verpozen. In Mijn vele dode vrienden, geschreven bij een schilderij van Marijke Stultiens, brengt hij ons het wezen van de engel nabij. Chimpansee maakte hij bij het gelijknamige doek uit 1955 van Francis Bacon. Hij integreerde een filmpje waarin Jan Wettermann Der Panther van Rainer Maria Rilke leest. Hij getuigt van een bezoek van het graf, in Elsene, van Marcel Broodthaers en maakt tussen neus en lippen melding van nieuwe publicaties in tijdschrift (Hollands Maandblad) of bibliofiele bundel (Hoe alles gebeurt). Ook zijn er vertalingen en eigen foto’s te vinden. Allen derwaarts!

www.fransbude.blogspot.com

maandag 26 mei 2008



Dé pijp
We waren in Jette, in de Essegemstraat 135/Rue Esseghem 135. Voor een bezoek aan het René Magritte Museum. Dat is gevestigd in de woning waar René en Georgette Magritte woonden van 1930 tot 1954. Tussen 1993 en 1999 werd ze gerestaureerd en als museum ingericht. Liefdevol, beslist. Over vier verdiepingen zijn schilderijen, tekeningen, ontwerpen en parafernalia (zo is er dé pijp, vermaard door Ceci n’est pas une pipe, te bewonderen) van de Grote Surrealist te zien. Min of meer ontluisterend was wel de ontdekking dat de Magrittes bijna een kwart eeuw alleen op de parterre hebben gewoond. Ze huurden het huis ook. Het is nooit van hen geweest. Voorkamer(tje), slaapkamer(tje), eetkamer(tje) en keuken(tje). Geen badkamer (zelfs geen –tje). Dat was wassen aan de pomp. Fascinerend om het raamkozijn te bekijken dat op zoveel van zijn doeken, maar dan met een vervreemdend uitzicht, opduikt. René Magritte verdiende de kost als reclameontwerper. Daartoe had hij achter in de tuin Studio Dongo (waarvoor wij op de foto hieronder te zien zijn). Zijn artistieke werk maakte hij….in de eetkamer. Naast de eettafel stond zijn ezel. Als hij klaar was werd die terzijde geschoven om de tafel te kunnen dekken. Hij maakte op die plek niet minder dan áchthonderd, nu veelal wereldberoemde, doeken!

http://www.magrittemuseum.be/code/nl/index1.htm

zondag 25 mei 2008


Geen glazen muiltjes
Niet veel mensen weten dat, maar éigenlijk is Assepoester oorspronkelijk een Chinees sprookje. En dat ze bij ons glazen muiltjes draagt komt omdat de Fransman die het verhaal hoorde en voor het eerst aan het papier toevertrouwde een fout maakte. Eigenlijk droeg Assepoester namelijk slippers van eekhoornbont. En pantouffles en vair kun je verstaan als pantouffles en verre! En zo is het gekomen….

zaterdag 24 mei 2008


Nachtwerk
“Parbleu,” zei ik hardop toen ik even voor het raam van de woonkamer naar buiten stond te kijken. “Wanneer hebben ze dát dan gedaan?” Een enorm schaakbord lijkt het wel. In een kunstzinnige vorm, dat wel. Het zal verkeersregeltechnisch ook zeker en vast een betekenis hebben. Maar dat je zoiets aan kunt brengen op een van de kruispunten van ’s lands drukste verkeersader zonder dat de bewoners dat in de gaten hebben is een huzarenstukje. Midden in de nacht waarschijnlijk? Toen ik de foto maakte kwam Geertje juist de hoek van de Nationale Bank omgekuierd. En het moge geen verbazing wekken dat de nieuwe situatie me doet denken aan het blog van mijn vriend Ron Scherpenisse:
www.zwartwitteblokjes.blogspot.com

vrijdag 23 mei 2008


Moeder en dochter
Bij het woord slurf denkt iedereen automatisch aan olifanten. Maar ook tapirs hebben er een, zij het een kleine. Ze gebruiken die als snorkel als ze zich onder water begeven. Ik vind het een van de vreemdere dieren in de Zoo, de woudkoe. De jongen zijn bruin met witte streepjes, en worden allengs ook grijs met zwart. Het lijken me lieve beesten. Het meest verwonderlijke eraan vind ik het geluid: de tapir klinkt namelijk bijna als een vogel. De woudkoe zingt haar kalf nabij.

donderdag 22 mei 2008


Poissance d’amours
Na zich eerder te hebben gestort op het werk van Johannes Ockeghem en Gilles de Bins dit Binchois komt het briljante Antwerpse vokaal ensemble voor oude muziek Graindelavoix met de cd Poissance d’amours. Daarop brengen zangmeester Björn Schmelzer cum suis werk van minstrelen, monniken en mystici uit het 13de eeuwse Brabant. Het album bevat liederen van de hand van onder meer hertog Hendrik III, Goswin de Bossut, Hildegard von Bingen (O Ecclesia) en Hadewijch (Ay, in welken soe verbaert die tijt en Men mach den nuwen tijt). De opnamen werden gemaakt in een passende omgeving: de 13de eeuwse Predikherenkerk in Leuven. Poissance d’amours is een luisterrijke uitbreiding van het oeuvre van Graindelavoix.

www.graindelavoix.be

woensdag 21 mei 2008


Mosaique d’Art
Kunstzinnige mozaïeken. Die maakte de firma Mion in de tijd dat het nog normaal werd gevonden dat er in Antwerpen Frans werd gebruikt. Het prachtige paneel waarmee destijds reclame werd gemaakt is er nog steeds: Mion Mosaique d’Art. In een gevel met een ordinaire garagedeur en links en rechts gevaarlijk ogende barsten, maar het ís er nog immer. Kennelijk zagen de verschillende eigenaren van dit perceel aan de Lange Lozanastraat er het bijzondere wel van in.

dinsdag 20 mei 2008

We hebben het hier goed
De organisatie Vision of Humanity heeft een geactualiseerde Global Peace Index de wereld ingestuurd. Het meest gewelddadige van de 140 onderzochte landen is, dat moge geen verbazing wekken na de Angelsaksische raid, Irak. Uit de landen op de plaatsen 139 tot en met 136) kun je ook beter weg blijven: Somalië, Soedan, Afghanistan en Israël. In onze contreien hebben we het goed. Het meest vreedzame land ter wereld is, al zou ik er voor geen goud ter wereld willen wonen vanwege doodsaai, IJsland. Denemarken en Noorwegen zijn twee en drie. België staat, juist onder Duitsland, op nummer 15. De overige buren nemen de plaatsen 9 (Luxemburg), 22 (Nederland), 36 (Frankrijk) en 49 (Verenigd Koninkrijk) in:

http://www.visionofhumanity.org/gpi/results/rankings/2008/

Zelfportret een mannenzaak?
Voor het jongste nummer van Stroom stelde ik een kleine bloemlezing samen met poëtische zelfportretten. Welke andere thema’s ik ook kies, het lukt altijd om een redelijk evenwicht te vinden tussen werk van dichteres en van dichteressen. Deze keer evenwel niet. Lucienne Stassaert is hier de enige van de andere kunne, en zij schreef dan nog een gedicht bij een zelfportret van iemand anders. Een man. De andere zelfportretten die ik vond zijn allemaal masculien. Niet dat het iets betekent. Het viel me gewoon op. Auke van der Heide tekende deze keer voor de illustratie. We mochten kiezen. De keuze was moeilijk. Vandaar op deze plaats het schilderij waarop de keuze niet viel. Vanwege ook erg mooi.

http://users.pandora.be/francois.vermeulen1/Stroom%20nr%2029.pdf

maandag 19 mei 2008


Eerst beestjes, dan letters
Over vlinders gesproken: Boloria natazhati nabokovi, Cyllopsis pyracmon nabokovi, Hesperia nabokovi en Lycaeides idas nabokovi. Het zijn maar een paar van de vlindersoorten die werden ontdekt en beschreven door de briljante schrijver Vladimir Nabokov. Naar het schijnt was hij er trotser op dat in de wetenschappelijke naam van de diertjes de zijne werd vereeuwigd dan op het feit dat zijn boeken zo’n bijval kenden. Nabokov was trouwens niet de enige schrijver die zichzelf eigenlijk eerder als entomoloog zag: lees zojuist dat Ernst Jünger (1895-1998) niet alleen soldaat was en schrijver van klassiekers als In Stahlgewittern en Auf den Marmorklippen maar ook insectenkenner. Er is een zandloper die hij ontdekte naar hem benoemd: de Cicindela juengeri.

zondag 18 mei 2008


Vlinderpaviljoen de moeite waard
Met het abonnement dat wij op de Zoo hebben mogen we ook een aantal andere dierentuinen in. Blijdorp bijvoorbeeld, en de Kölner Zoo. Deze keer gingen we eens een kijkje nemen in Artis. Was lang geleden. In mijn herinnering was het er groter, maar: ook een mooie dierentuin. En heel bijzonder, dat hebben we in Antwerpen niet, is er het vlinderpaviljoen. Dat is sinds twee jaar open. Het is er bloedwarm, maar het is een wonderlijke ervaring tussen die honderden fladderende schubvleugeligen te wandelen.

zaterdag 17 mei 2008


Kippige dichters
Toen we elkaar leerden kennen (in 1973, da’s al 35 jaar geleden) had Frans Mink al een bril. Ik schafte me er pas later een aan. En nu verkeren we in een fase van ons leven dat het ding weer af mag. Kippige dichters. Met mijn bril op kan ik op honderden meters afstand zien of tram 12 of tram 24 er aan komt, maar als ik aan het beeldscherm zit of papieren lectuur consumeer gaat het optisch hulpmiddel af. Mijn ouwe vriend en ik raadpleegden gisteren gezamenlijk een menukaart en hop…daar gingen de brillen omhoog. Hetgeen me doet denken aan een van de gedichten die Frans in de vorige eeuw onder het pseudoniem De Enige schreef:

Mijn moeder
eet makreel
met haar
leesbril op.

Voor de graten.

vrijdag 16 mei 2008


donderdag 15 mei 2008


Lovis Corinth in de kijker
Buiten zijn geboorteland Duitsland is het werk van Lovis Corinth amper bekend. Ik weet nog goed dat ik er de eerste keer mee kennismaakte. Dat was in Insel Hombroich, tussen Düsseldorff en Neuss. Ik was zeer onder de indruk van de onstuimige, haast woeste kwastvoering van deze kunstenaar. Sindsdien bekijk ik zijn werk regelmatig. Lovis Corinth (1858-1925) was een man met een geheel eigen stijl. Het is verheugend dat men in een kunststad pur sang als Parijs ’s mans leven en werk eens in het zonnetje zet. Corinths krachtige doeken, die me qua schwung dikwijls aan het werk van Permeke doen denken, verdienen zo’n mooie expositie!
www.musee-orsay.fr

woensdag 14 mei 2008


Waar Dante zat
Een van mijn lievelingsfoto’s is trouwens gemaakt op het binnenplaatsje achter de Oratorio di Santa Cecilia. Die terracottakleuren vind ik prachtig. Geertje heeft me daar zo lief vast. Het doorkijkje is charmant. En wat ik er ook zo bijzonder aan vind is dat op deze zelfde plek Dante Alighieri gezeten kan hebben. Want hier hoor je de studenten van de nabije universiteit, die oudste. En die universiteit wandelde ooit ook de Grote Dichter dagelijks binnen.

dinsdag 13 mei 2008


Oratorio di Santa Cecilia
Een van de mooiste kapellen vind ik het oratorium van Santa Cecilia op de hoek van de Portico di San Giacomo en de Piazza Verdi in Bologna. Links op de foto hieronder de kapel, rechts de universiteit (de oudste van Europa). Het leven van de heilige Cecilia is in de kapel afgebeeld in beeldschone fresco’s van de hand van Americo Aspertini, Lorenzo Costa en Francesco Raibolini. Ik probeer mij altijd voor te stellen hoe die mannen daar destijds op hun stelling in de weer waren. Af en toe eens naar het toilet gingen. Eens een bier gingen drinken. In hun neus peuterden. Zich afvroegen wanneer hun creatie door de tijd opgezogen zou zijn….

maandag 12 mei 2008


Eenvoudige schoonheid
Op deze naamdag van de Heilige Pancraas valt me de pracht van de Bellis perennis op. Zoals het geen gefokte siervogeltjes hoeven te zijn om van schoonheid te getuigen zoals een musje dat kan, zo hoeven het niet altijd gekweekte sierbloemen te zijn om in het oog te springen. Vlij u ergens in het gras, en bezie tussen de sprietjes de eenvoudige schoonheid van het madeliefje, ook wel meizoentje genoemd….

zondag 11 mei 2008


Geslachtelijke vergissing
Uit de Van Dale: uterus (m.; -sen) [Lat.], baarmoeder. Ineens frappeert het me dat het toch wel uitermate merkwaardig is dat het geslacht van het woord uterus, báármoeder (waarvan het weer wel klopt) nota bene, mánnelijk is….

zaterdag 10 mei 2008


Fleurig lijstje
De zomer begint serieus vorm aan te nemen. Dat levert ook aardige boodschappenlijstjes op. Zoals 2 grote witte hortensia, 2 à 3 blauw-paarse hortensia, kleine hortensia, kl. + gr. roosjes, 3 pl. witte kalanchoë, kl. + gr. anthemise, vergeet me nietjes (zonder streepjes), kl. lavendel, campanula, azalea, witte kalanchoë (die ze, het lijkt me een vrouwenhandschrift, al genoteerd had) En op de achterkant staat tulpen? In ons balkontuintje hebben we ook campanula. De rest is anders.
www.geefonsheden.blogspot.com

vrijdag 9 mei 2008


Nikšičko, sedert 1896
Sommige mensen weten exact waar je het benieuwdst naar zult zijn als ze van vakantie terugkomen. Zo ook Bart, die een weekje in Montenegro was. Die verwachtte waarschijnlijk dat ik ook zou vragen of je ginder een beetje fatsoenlijk bier kon drinken. Hét antwoord: er van meebrengen! Nikšičko (Proizvodi I Puni Trebjesaad Nikšič Svijetlo Pivo, dat wel natuurlijk) wordt gebrouwen aan de Njegoševa 18 in Nikšič, Crna Gora. En dat al sedert 1896. Droog en koel bewaren is daar Ćuvati na suvom i hladnom mjestu. De smaak is uitstekend!

donderdag 8 mei 2008


Hetzelfde gold overigens ook voor het Onze Vader. Ook Pater noster, qui es in caelis, sanctificetur nomen tuum. Adveniat regnum tuum. Fiat voluntas tua, sicut in caelo et in terra. Panem nostrum quotidianum da nobis hodie, et dimitte nobis debita nostra, sicut et nos dimittimus debitoribus nostris. Et ne nos inducas in tentationem: sed libera nos a malo. Amen. is in beide gevallen correct vertaald, maar met een paar andere accenten :

Onze Vader die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd.
Uw rijk kome;
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schuld
zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.
En leid ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.
Amen.

En de Vlaamse versie:

Onze Vader die in de hemelen zijt,
geheiligd zij Uw Naam.
Uw Rijk kome;
Uw Wil geschiede op aarde als in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren.
En leid ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.
Amen.

Kleine verschillen
Ik weet nog als de dag van gisteren dat ik voor het eerst echt beséfte in een ander land te wonen. We waren in het stadionnetje van FC Hoboken en gingen in de pauze de kantine in. Dáár werd ik me onze emigratie echt fysiek bewust: in Nederland ruiken kantines naar Heineken en bitterballen, hier ruiken ze naar De Coninck en karakollen in pili pilisaus. En dat is ánders! Een ander moment waarop een cultuurverschil me trof was de eerste mis die we in de Sint-Joris bijwoonden. Natuurlijk zijn het allebei correcte vertalingen van Ave, Maria, gratia plena, Dominus tecum. Benedicta tu in mulieribus, et benedictus fructus ventris tui, Iesus. Sancta Maria, Mater Dei, ora pro nobis peccatoribus, nunc et in hora mortis nostrae. Amen. maar je bent gewend je ‘eigen’ versie te prevelen. En dan stokt het in het begin wel eens.

Wees gegroet Maria,
vol van genade.
De Heer is met U.
Gij zijt de gezegende onder de vrouwen.
En gezegend is Jezus, de Vrucht van Uw schoot.
Heilige Maria, Moeder van God,
bid voor ons, zondaars,
nu en in het uur van onze dood. Amen.

En de Vlaamse versie:

Wees gegroet Maria,
vol van genade.
De Heer is met U.
Gezegend zijt Gij boven alle vrouwen,
en gezegend is de vrucht van Uw lichaam, Jezus.
Heilige Maria, Moeder Gods,
bid voor ons, arme zondaars,
nu en in het uur van onze dood. Amen.

woensdag 7 mei 2008


Diepe zucht
13 februari meldde ik het kabinet van de schepen voor cultuur Philip Heylen dat op het standbeeld van Paul van Ostaijen op de Wijngaardbrug de 1 en de 9 van zijn sterfjaar 1928 waren verdwenen. Op een leeftijd van gestage quiëscentie gekomen nam ik me voor me niet te gaan ergeren aan een lamlendige ambtelijke afhandeling van het berichtje. Maar al na één dag, op 14 februari, kreeg ik antwoord: “Geachte heer, De door u gemelde ‘slijtage’ was al opgemerkt door onze onderhoudsploeg. Ondertussen is er opdracht gegeven om de datum te herstellen/te vervolledigen. Binnenkort kan u dus opnieuw 1928 lezen!” Da’s dus ondertussen een kwartaal geleden. Zucht….

dinsdag 6 mei 2008


Ver van de zee
Wanneer je me zou vragen welke muziek het dichtst de hemel benadert zou ik toch al een paar weken het Requiem 1863 noemen van Peter Benoit, en die is van bij ons. Maar toch ben ik het eigenlijk wel eens met deze overdenking van, hij nog even, Georges Perros: “Is het toeval dat de belangrijkste muziek uit Midden-Europa komt, ver van de zee? Ik geloof het niet. De zee roept geen echo op. De echo is nu juist de essentie van de klassieke muziek, het is het woud, Salzburg. Mozart noch Beethoven kun je je zonder het woud voorstellen. Vooral Beethoven niet. Zijn sonates zijn tochten door het bos, met opeens tra’s, en schaduwrijke stukken, beken, plekken die je in vervoering brengen, schemeringen.”

maandag 5 mei 2008

Je vergist je niet. Je verandert.
Perros: “Er is iets dat aan de mens knaagt, dat hem in staat stelt te sterven voordat hij dood is, te leven na geleefd te hebben; hem in staat stelt er – een beetje – te zijn. Ik geloof dat dat iets de poëzie is.” En: “De poëzie is als een naakte vrouw die midden op de dag over de Champs-Elysées slentert en door niemand wordt opgemerkt. Door niemand gezien. Behalve in een flits, door blinden.” En: “De dichter heeft geen enkel geheugen. Maar is een geheugen.” En: “Niet zozeer wij worden ouder als wel ons leven.” En: “Je vergist je niet. Je verandert.”

Fascinerend plakboek
Amuseer me met het Plakboek van George Perros. Slag om slinger prikkelende stukjes. Zoals: “Schrijver is ieder individu dat door het leven, dat wil zeggen door de anderen en hemzelf, de hemel, de gebeurtenissen niet wordt afgemaakt. Schrijver is ieder individu dat niet vrijuit durft te leven. Iedere schrijver van waarde verkeert in slechte gezondheid. (Geen enkel verband met lichamelijke gezondheid.) Als zo’n gevaarlijke man noch naar de anderen noch naar de hemel noch naar de gebeurtenissen noch naar zichzelf verwijst, zeggen we dat hij een dichter is. Als hij, tenslotte, zo onthecht is dat het alternatief alleen van hem afkomstig kan zijn, kunnen we van geest spreken.” Of: “Wie naar de betekenis van een gedicht vraagt wil er meer van weten dan de dichter zelf. De betekenis van een gedicht is het gedicht zelf en kan alleen maar het gedicht zelf zijn. De dichter raakt verstrikt, het ontbreekt hem aan ‘geest’ als hij ooit meent anders dan door de poëzie betekenis te geven. En bezorgt ons gevoelens van spijt. Zoals het kwetsend is als een zot wijf een diamant bezit.” En: “Dichter is hij die aanvaardt de aandachtige slaaf te zijn van dat wat hem te boven gaat.”

zondag 4 mei 2008

Poem Of The Day
Vandaag ben ik de auteur van The Poem Of The Day op de website van John Irons:
http://www.sitecenter.dk/transfertext/poemoftheday/


Tweedekkers over de Meir
Op de luchthaven van Antwerpen herleeft dit weekeinde luchtvaartgeschiedenis. Van heinde en verre zijn er liefhebbers neergestreken met hun vliegende oldtimers. Het evenement is netjes aangekondigd. Ik kan me herinneren dat ik van een eerdere editie geen weet had en dat me angstzweet uit De Groote Oorlog uitbrak toen een paar van die antieke toestellen over ons heen knetterden. Dat leverde Tweedekkers over de Meir op:

Mooie zondagmorgen zonder wetenschap
van vliegfeest: hoe komt het dat het zweet
me uitbreekt als escadrilles tweedekkers parmantig
over de Meir brommen? Geschiedenis heeft zich
hier van spinrag toch ontdaan? Het wolkendek,
trapeze zonder vangnet, plots verstikkend een stolp.

Oorlogsverklaringen. Menigte voor de Feldherrnhalle
juicht nieuw Europa toe. De lucht in hoeden.
Dan zie ik Otto Dix alom, sta ik weer op het verste
punt dat de Duitsers in 1916, het jaar van mijn vaders
geboorte, bij de Somme wisten te bereiken en fluistert
deze stad bezet alsof Van Ostaijen hier nog woont.

Ook ’s nachts in bed beklemming als ik met d’Annunzio
door het zwerk jaag, kogels me om oren fluiten
en ik van Triëst naar Fiume mee marcheer. De lakens
terzij dan maar en de dromen daarmee: nachtelijk uitzicht
bewegend zichzelf daarvoor, slinkend de aanslag
van adem op venster tot niets. Willen genoeg.

Het gedicht verscheen in onder meer de bloemlezing Antwerpen – De stad in gedichten, die Philip Hoorne samenstelde voor Uitgeverij 521 in Amsterdam.

zaterdag 3 mei 2008


Pophoogleraar
En ja: ik heb er weer een! Mijn Phaalangst & Sokofouders, een verzameling woorden waarin de ph wat mij betreft uitgesproken zou moeten mogen worden als een f, is uitgebreid dank zij een stukje dat ik trof in een oude NRC. Pophoogleraren (Lees: poofoogleraren). Dié had ik nog niet!
http://www.bertbevers.com/sokofouders.htm

vrijdag 2 mei 2008



Onderpastoor in de Sint-Coletastraat

Ik was in de Sint-Coletakerk in de Sint-Coletastraat in Gent. Daar was Edward Poppe, zoals een plaquette op de gevel niet zonder trots meldt, onderpastoor van 16 juni 1916 (iets later, op 29 juli 1916, zou mijn pa ter wereld komen) tot 3 oktober 1918. Mooi eenvoudige, stemmige kerk. Er een kaarsje opgestoken. Probeerde me voor te stellen hoe priester Poppe (Paus Johannes Paulus II verklaarde hem op 3 oktober 1999 zalig) hier als 26-jarige zijn parochianen groette….

Zalige bakkerzoon
Een heel leven lang was mijn vader zaliger een devoot Mariavereerder. Hij had echter ook altijd een afbeelding van de Vlaamse priester Edward Poppe bij zich, het hierbij afgebeelde portret. Het grafschrift van de bakkerszoon uit Temse luidt ‘Ik sterf liever dan God maar half te dienen.’ Zijn ideaal was de heiligheid, hij verafschuwde de middelmatigheid. Edward Poppe werd slechts 33 jaar.

donderdag 1 mei 2008


Camouflagekampioen
camoufleren (overg.; camoufleerde, h. gecamoufleerd) [Fr. camoufler, It. camuffare], onzichtbaar of althans onopvallend maken, syn. wegmoffelen. Aan deze omschrijving uit de Van Dale moet ik altijd denken als ik in de Zoo in het aquarium naar de tarbotten sta te kijken. De scophtalmus maximus is niet alleen bijzonder lekker, maar in leven ook een heuse camouflagekampioen! Soms kan ik het niet nalaten mensen die in de bak staan te turen op de tarbotten te attenderen. In negen van de tien gevallen hebben ze niet gezien dat daar vissen liggen. Ze zijn dan ook net zand....