Je vergist je niet. Je verandert.
Perros: “Er is iets dat aan de mens knaagt, dat hem in staat stelt te sterven voordat hij dood is, te leven na geleefd te hebben; hem in staat stelt er – een beetje – te zijn. Ik geloof dat dat iets de poëzie is.” En: “De poëzie is als een naakte vrouw die midden op de dag over de Champs-Elysées slentert en door niemand wordt opgemerkt. Door niemand gezien. Behalve in een flits, door blinden.” En: “De dichter heeft geen enkel geheugen. Maar is een geheugen.” En: “Niet zozeer wij worden ouder als wel ons leven.” En: “Je vergist je niet. Je verandert.”
Perros: “Er is iets dat aan de mens knaagt, dat hem in staat stelt te sterven voordat hij dood is, te leven na geleefd te hebben; hem in staat stelt er – een beetje – te zijn. Ik geloof dat dat iets de poëzie is.” En: “De poëzie is als een naakte vrouw die midden op de dag over de Champs-Elysées slentert en door niemand wordt opgemerkt. Door niemand gezien. Behalve in een flits, door blinden.” En: “De dichter heeft geen enkel geheugen. Maar is een geheugen.” En: “Niet zozeer wij worden ouder als wel ons leven.” En: “Je vergist je niet. Je verandert.”