woensdag 28 mei 2008

Een onvoorstelbaar standpunt
Ben bezig in In de tegenwoordige tijd – Journaal 1922-1989 van Michel Leiris. En die noteerde op maandag 7 juli 1924: “Muziek staat mij tegen omdat zij nooit aansluit bij de realiteit, ideeën noch voorwerpen in het spel brengt en daardoor het type bij uitstek van de ‘Kunst’ vormt. Het gebruik van muziek is nauwelijks aanbevelenswaardiger dan dat van tabak en verdovende middelen. Muziek kan nooit mysterieus zijn omdat zij volledig buiten de wereld van ons kennen blijft en bijgevolg geen enkele invloed heeft op de conceptie die wij hebben van het universum en van onze persoonlijke lotsbestemming. De schilders die meenden uit hun kunst elk voorstellingselement te moeten uitbannen, verlaagden de schilderkunst tot de rang van de muziek.” Ik was hierdoor verbijsterd. Dat iemand zoiets kán vinden. Werkelijk onbegrijpelijk. Er is poëzie die mij tot tranen toe kan roeren, maar het is vooral de muziek – voor mij toch de hóógste kunstvorm, want in staat zonder aanzien des taals iederéén te raken – die mij kan ontroeren. Zoals de laatste tijd Peter Benoit me met het Agnus Dei uit zijn Requiem 1863 de adem beneemt. Ik kan me echt niet voorstellen zonder muziek te kunnen, zoals deze surrealist blijkbaar kon. Als Alberto Giacometti hem (zie bijgaand portret) een beetje waarheidsgetrouw heeft getekend ging Leiris van zijn muziekloosheid in elk geval niet bepaald vrolijk kijken….