zaterdag 31 oktober 2009
De invoering van de wintertijd heeft nadelen, maar ontegenzeglijk beslist ook zo haar vóórdelen. Aan het einde van de middag kuier ik dikwijls nog even de Kruidtuin in, en ineens is het aan het eind van de middag ernstig valavond. Dat levert sprookjesachtige plaatjes op: wat te denken van deze opname van de gunnera tegen een achtergrond van zwakverlichte ramen?
vrijdag 30 oktober 2009
De stad van Elsschot. Daar wonen wij ook. De Stad Antwerpen bouwde een speciale website ter gelegenheid van het Elsschotjaar 2010. Michael Vandebril, coördinator van Antwerpen Boekenstad (op bovenstaande foto trouwens de 'figurant' op de bank links), stuurde me die door. Omwille van de dragende foto van de webstek, waarop ik als Antwerps auteur mee mocht figureren rond het standbeeld van de Grote Schrijver hier op het Mechelseplein. Van links naar rechts daarop Jess De Gruyter, Peter Holvoet-Hanssen, Noella Elpers, mevrouw Naegels, Diane Broeckhoven, Gie Bogaert, Bart Moeyaert, Erik Vlaminck, Stijn Vranken, Ingrid Vander Veken, Al Galidi (die tegenwoordig om redenen die me nog steeds niet helder zijn overigens Rodaan heet), Bert Bevers en Tom Naegels: www.destadvanelsschot.be
Natuurlijk zijn ook woordenboeken tegenwoordig digitaal raadpleegbaar, en ik wéét dat er zoekfuncties bestaan waarmee ik ze kan opzoeken maar ik kom de woorden voor mijn collectie Phaalangst & Sokofouders (waarin de lettercombinatie ph wat mij betreft uitgesproken zou moeten mogen worden als f) liever zélf tegen. Dat is leuker. Ik vond er weer een: heupheelkunde! Heufeelkunde!
http://www.bertbevers.com/sokofouders.htm
http://www.bertbevers.com/sokofouders.htm
donderdag 29 oktober 2009
Wat zijn de bundels van Uitgeverij Kleinood & Grootzeer toch mooi. Gerrit Westerveld geeft de boekjes liefdevol vorm, en dat zie je er aan af. Ben er trots op een aantal uitgaven in het fonds te hebben: de kleine leporello Hortus conclusus, de bloemlezing Ardea cinerea/Blauwe reiger en de bundels In de buurt van de wereld en Uit de herinneringen van een souffleur (waaruit ik op bijgaande foto voorlees, in Groningen). Momenteel staan de uitgaven van Kleinood & Grootzeer centraal in de vitrine van het Poëziecentrum Nederland in Bredevoort: http://www.poeziecentrumnederland.nl/paginas/uitgeverindevitrine.html
woensdag 28 oktober 2009
Eindelijk, er is weer een nieuwe film van Jean-Pierre Jeunet: Micmacs à tire-larigot. Een komedie, hetgeen wel mocht na de loodzware productie Un long dimanche de fiançailles. Deze keer verenigde Jeunet de krachten met acteur Dany Boon, hoofdrolspeler én regisseur van Bievenue chez les Ch'tis (samen met Jeunets Le fabuleux destin d'Amélie Poulain een van de grootste kaskrakers uit de Franse cinemageschiedenis). Wat ik aardig vind is de trouw van Jean-Pierre Jeunet aan mensen met wie hij graag samenwerkt. Zo vroeg hij na Amélie voor zijn volgende film wéér Audrey Tautou. En de Belgische actrice Yolande Moreau, die in Amélie de conciërge speelde, is nu weer in Micmacs aanwezig. Maar de acteur die in zowat élke film van Jeunet verschijnt (zelfs in de enige film die hij in de Verenigde Staten draaide, Alien: Resurrection) is natuurlijk Dominique Pinon. Die geeft niet alleen staaltjes van zijn kunnen in Delicatessen (1990), La cité des enfants perdus (1995), Le fabuleux destin d'Amélie Poulain (2001) en Un long dimanche de fiançailles (2004) maar nu ook in Micmacs à tire-larigot. Vanaf vandaag, 28 oktober, in de zalen. Allen her!
http://www.youtube.com/watch?v=hPKhFa1yqFo&feature=PlayList&p=11DA79A9FDAE1029&playnext=1&playnext_from=PL&index=3
http://www.youtube.com/watch?v=hPKhFa1yqFo&feature=PlayList&p=11DA79A9FDAE1029&playnext=1&playnext_from=PL&index=3
Voor mensen uit onze regionen is het vanzelfsprekend een kust nabij te weten. Voor een generatie Oostenrijkers zal het ook best wel wennen zijn geweest er geen meer te hebben. Overigens is Oostenrijk niet het enige Europese land zonder: ook Andorra, Armenië, Hongarije, Liechtenstein, Luxemburg, Macedonië, Moldavië, San Marino, Servië, Slowakije, Tsjechië, Vaticaanstad, Wit-Rusland en Zwitserland hebben er geen.
dinsdag 27 oktober 2009
'Een foto van het leggen van mijnen aan de Oostenrijksche kust.' Onderdeel van een fotobijschrift in een editie van de Illustrierter Kriegs Kurier / Oorlogs Koerier / Courrier de guerre. Ik vraag me af hoeveel mensen bij het lezen van die woorden de wenkbrauwen zullen fronsen met de gedachte "Oostenrijk hééft toch helemaal geen kust!?" Niet meer beste lieden, maar tot 1918 wel degelijk: ze liep helemaal van de Golfo di Trieste tot aan Albanië.
maandag 26 oktober 2009
"Hun speelden veel beter," hoorde ik daarstraks iemand zeggen. Fout. Hun denken dat gebaseerd is op het existentialisme. Akkoord. Hun denken dat ze gelijk hebben. Néén! In het Nederlands sluipt steeds meer van dat kromme Cruyffiaanse taalgebruik. Dezer dagen viel het me zelfs van iemand in mijn directe omgeving op dat die zei "Hun denken dat het beter is." Fóut. Het moet zijn zij. Hun is een persoonlijk voornaamwoord van de 3de persoon meervoud zij niet voorafgegaan door een voorzetsel. Hun is tevens een bezittelijk voornaamwoord. En dan tolereer ik het ook nog achter Attila de. Maar hun mag dus niet (lees: niét) als onderwerpsvorm gebruikt worden. Toemetoch....
zondag 25 oktober 2009
Voorbeeldig
Iedere keer opnieuw wanneer ik een vers nummer van het tijdschrift Ça ira opensla ben ik onder de indruk van de voorbeeldige manier waarop de redactie het (tegenwoordig op het lovenswaardige tijdschrift Archipel van Alain Germoz na quasi onbestaande) francofone artistieke leven in het Antwerpen van de vorige eeuw documenteert. In het jongste bulletin, nummer 39, wordt de lens gericht op kunstenaar Jean-Jacques Gailliard (1890-1976), van wie hieronder een tekening is te zien. Ça ira belicht vooral de relatie die Gailliard onderhield met de Antwerpse Franstalige dichter Paul Neuhuys (1897-1984).
Diens contacten met illustere kunstenaars als Paul Joostens en Floris Jespers werden reeds uitvoerig in kaart gebracht maar die met Gailliard bleven onderbelicht. De man die in zijn Parijzer periode grootheden als Cocteau, Picasso en Satie kende illustreerde onder meer Paul Neuhuys' bundel Le Cirque Amarillys (1963). De niet genoeg te prijzen cultuurhistoricus Henri-Floris Jespers maakt de lezer in deze aflevering middels de essays D'un réalisme sans rivages en Swédenborg est un Propète Drôle vertrouwder met Gailliard.
www.caira.over-blog.com
www.caira.over-blog.com
zaterdag 24 oktober 2009
Ik heb het niet zo op insecten. Niet dat ik bang ben van spinnen of andere veelpotigen, maar zodra er een wesp in de buurt is word ik onrustig. Je weet maar nooit of die in een paniekreactie net in jóuw halsslagader steekt. Van hommels daarentegen word ik helemaal kalm. Ze lijken me ook aaibaar. In de Kruidtuin minutenlang de onverstoorbare snoepvlucht van de bombus terrestris gevolgd. Ik kon er met mijn lens bijna tegenaan komen, zo niks trok hij zich van mijn nieuwsgierigheid aan....
vrijdag 23 oktober 2009
Of hij een klein pakje magere melk wil halen. En koffiefilters. En dat ze hem nog belt. Ondertussen stuurt ze hem al wel zo'n 120 kusjes. Of staat er Bel je na 12 u. Kusjes? En hoeveel dan wel? Al die verschillende boodschappen. Al die unieke handschriften. Ik krijg maar geen genoeg van Geef ons heden: www.geefonsheden.blogspot.com
donderdag 22 oktober 2009
Naar het schijnt liggen er in de Chinese binnenlanden en in het Amazonegebied honderden talen op ontdekking te wachten. China stelt zich, zo steek ik op uit het tijdschrift Ethnologue: Languages Of The World, voor taalvorsers iets coulanter op. De angst van de Chinese eenheidsstaat voor verscheidenheid hield de talenrijkdom tot nu toe sub rosa. China 'vond' tot voor kort dat het niet meer dan 55 talen had. Al de rest werd afgedaan als topolect, een taalvariant die in een bepaald gebied wordt gesproken. In het Westen geven taalkundigen dialecten makkelijker de status van taal. Een van de criteria 'bij ons' om een dialect tot taal te promoveren is (en daar ben ik het zeer mee eens) wederzijdse onverstaanbaarheid. Als twee dialectsprekers een tolk of een tolktaal nodig hebben om elkaar te begrijpen, behoren hun dialecten tot verschillende talen. Op de talenlijst van de Unesco staan het Limburgs en het West-Vlaams daarom als aparte talen vermeld. Een ieder die ooit Limburgse en West-Vlaamse inboorlingen bezig heeft gehoord zal het daarmee eens zijn. Enig idee hoeveel talen er volgens het tijdschrift Ethnologue: Languages Of The World zijn? 6909! Daar zitten er tweehonderd bij die nog maar door minder dan tien mensen gesproken worden. Er sterven er ook simpelweg uit, omdat niemand ze meer spreekt. Ach, probeert u zich de linguïstische eenzaamheid voor te stellen van Ned Madrel, de in 1974 overleden laatste spreker van het Manx, de taal van het eiland Man. Of van Marie Smith Jones, de nog maar vorig jaar gestorven schatbewaarster van het Eyak, een Na-Denétaal uit Alaska. Slechts hun spiegel leek hen te verstaan....
woensdag 21 oktober 2009
Volgend jaar verschijnt het laatste nummer van het literair tijdschrift Revolver. Spijtig. Grote man Gerd Segers meldt met 'pijn in het hart' dat hij besloten heeft de uitgave van Revolver vanaf 2010 stop te zetten. "Als gevolg van een wet van 16 juli 2008 geldt er voor auteursrechten een nieuwe fiscale regeling die ingrijpend belastend is voor een door een kleine vzw uitgegeven tijdschrift. De vzw Revolver is nu 'werkgever' geworden. Zij wordt belast met de verplichte broninning van een roerende voorheffing op de auteursrechten, het berekenen ervan en het overmaken van een gedetailleerde aangifte aan het Ontvangkantoor der Directe Belastingen. Een hele extra-administratieve rompslomp," zo licht Gerd Segers (foto) toe. "De vzw doet zo in feite werk dat de belastingsdiensten in het verleden zelf deden. De in België gedomicilieerde auteur moet niet langer auteursrechten op de belastingsaangifte vermelden en komt goed weg. Niet goed vergaat het de in het buitenland gevestigde auteur (Belg, Nederlander, e.a.). Die wordt verplicht een kafkaiaanse procedure met de eigen belastingsdienst op te starten om de auteursrechten te kunnen ontvangen.
De door het tijdschrift Revolver steeds beoogde gelijke behandeling van Vlaamse en Nederlandse schrijvers wordt door de nieuwe auteurswet geschonden. Dit is onaanvaardbaar. De almaar toenemende administratieve taken en de daaruit voortvloeiende groeiende verantwoordelijkheden zijn te zwaarwegend voor onze vzw geworden. Ze zetten duidelijk een verstikkende domper op het redactionele, op de 'echte' missie van Revolver: het uitgeven van een degelijk literair tijdschrift." Ik ben het volledig eens met Henri-Floris Jespers' reactie op het nakende verdwijnen van het blad: "De beslissing van Gerd Segers illustreert nogmaals ten volle hoezeer de zogenaamde professionalisering de literaire sector genadeloos fnuikt. Literaire tijdschriften verdwijnen een na een. Niet uit gebrek aan belangstelling, neen, louter als gevolg van gecumuleerde, elkaar overlappende domme beslissingen die zonder enige dossier- of terreinkennis getroffen worden." Het tijdschrift (waaraan ook ik mee heb mogen werken - met eigen gedichten, met vertalingen van poëzie van Aidan Mathews), hield het 42 jaar lang vol.
In de hal van de ING-bank aan de Lange Gasthuisstraat 18 zijn ze het schilderij De goden op de Olympusberg aan het restaureren. Dat zat altijd tegen het plafond van de Hofkamer in de Oude Beurs. Het betreft Vlaanderens grootste plafondschildering. Ze kunnen er op hun gemakje aan werken want De Hofkamer moet ook nog gerestaureerd worden en dat kan wel enige jaren duren. Altijd fascinerend om te aanschouwen hoe geconcentreerd en liefdevol dergelijke vakmensen met zo'n project bezig zijn.
dinsdag 20 oktober 2009
Wat Dinant betreft: dit land toch al op vele plaatsen verkend maar op de een of andere manier ging de weg van Namen naar ofwel Luik, ofwel Duitsland, ofwel Luxemburg ofwel het andere hoekje van de Ardennen (Bihain, Houffalize, Regné, Saint-Hubert, Trois-Ponts) maar nog nimmer naar deze plaats. Welk een beeldschoon traject volgt de trein daar door de vallei van de Maas, en wat ís het een pittoresk stadje. Vanaf een tafeltje in Café Leffe, op de kopse kant van waar de Boulevard Léon Sasserath en de Rue Adolphe Sax uitkomen op de Place Reine Astrid omhoog gekeken naar de Passage Sante-Foy. 430 treden naar de Citadel. Die, ondanks mijn hoogtevrees, toch betreden. Steil trapje. Maar, met een zeer bevredigend weids panorama over stad en Maas!
De Collegiale Notre-Dame in Dinant is een erg mooie kerk, indrukwekkend gelegen onder de rots waarop de citadel rust. Ze is er al sedert 1227. Er is een fraai beeld van de Heilige Lambertus, en een imposant glasraam (uit 1902) van de Gentse glazenier Gust Ladon. Aan de buitenkant (onderste foto) ziet dat er niet bijster interessant uit, maar eenmaal binnen ontvouwt zich er de welhaast tomeloze schoonheid van. Het is een van de grootste kerkramen in Europa. Het enige grotere dat ik mij voor de geest kan halen is dat in York Minster (ook de moeite waard trouwens).
maandag 19 oktober 2009
Toen we hier pas woonden hadden de poezen éérder dan wij in de gaten dat ons appartement vloerverwarming heeft. Nu het ernstig herfst en dus kouder aan het worden is heeft Stefke een nieuwe 'vondst' gedaan: hij heeft ontdekt dat zijn gezicht lekker warm wordt als hij op de vensterbank gaat liggen en zijn kop over de rand daarvan boven de chauffage laat hangen....
Een berichtje van die goeie ouwe Frans Mink. Hém benaderde ik in het kader van mijn Nat of elektrisch-onderzoekje natuurlijk niet vermits hij zich niet scheert (allez, in het aangezicht dan toch niet). Ik heb hem nooit zonder baard gekend. Als bijdrage aan Nat of elektrisch? stuurde hij:
Ik hoefde helemaal niet te oefenen
Naar men zegt 'baart' oefening 'kunst'....
Wel, de meest eenvoudige oefening voor mij,
van de natuur een gunst,
bleek het laten groeien van een baard.
Gewoon laten staan.
Daar was geen kunst aan.
En men herkent den artiest aan
zijn kleding en het laten staan van een baard.
Ik hoefde helemaal niet te oefenen
Naar men zegt 'baart' oefening 'kunst'....
Wel, de meest eenvoudige oefening voor mij,
van de natuur een gunst,
bleek het laten groeien van een baard.
Gewoon laten staan.
Daar was geen kunst aan.
En men herkent den artiest aan
zijn kleding en het laten staan van een baard.
zondag 18 oktober 2009
Uit de kast (5)
Het is een aardige manier om een poëziecollectie te gebruiken: af en toe eens met de ogen dicht voor de kasten te gaan staan en er op goed geluk een bundel uit pakken, en daaruit weer een willekeurig gedicht te plukken. Deze keer kwamen De feodale verzen van Tony Rombouts (in 1972 verschenen bij Uitgeverij Walter Soethoudt te Antwerpen) te voorschijn. Daaruit (geen titel, geen paginanummer):
een lokroep
geen nieuwsgierigheid
de vloek in haar organen
als ratten vluchten voor het vuur
een dwaas in waanzin zege zoekt
de prijs geketend
aan zijn lot geklonken
sinds eeuwen wordt er beloofd
de dood voor hen die proefden
een lokroep
geen nieuwsgierigheid
de vloek in haar organen
als ratten vluchten voor het vuur
een dwaas in waanzin zege zoekt
de prijs geketend
aan zijn lot geklonken
sinds eeuwen wordt er beloofd
de dood voor hen die proefden
zaterdag 17 oktober 2009
Eigen ontwerp
Faca'de (Fr.), v., (-s), voorgevel; (fig.) uiterlijk waarachter iets verborgen is; uiterlijke schijn. Op nummer 52 in de Antwerpse Broederminstraat huist een bureau voor structuur en architectuur. Ik durf er een bak bier onder te verwedden dat de mensen daarvan zélf deze pui ontworpen hebben....
vrijdag 16 oktober 2009
Nat of elektrisch (6)
Grazie mille Ad, Albert, Auke, Chris, Danny, Didier, Frank, Hans, Jan, Kees, Maarten, Mart, Nanne, Peter, Peter, Philippe, Roger, Ron, Tony en Wim. Het resultaat: drie verstokte elektrische scheerders, vier om & ommers en dertien overtuigde vochtige scheerders. Het lijkt me duidelijk: De Man scheert zich nát!
Overigens worden er, voor wie dat moge interesseren, cursussen nat scheren gegeven. In Antwerpen heb je voor deze bezigheid een heuse vakzaak: De Messenwinkel, voorheen De Koordenwinkel, hier om de hoek in de Lange Gasthuisstraat 7. Ze verkopen daar niet alleen prachtig scheermateriaal (alsmede van die fraaie messen van het merk Laguiole), maar leren je dus ook daar mee om te gaan:
http://www.koordenwinkel.eu/shaving/
Overigens worden er, voor wie dat moge interesseren, cursussen nat scheren gegeven. In Antwerpen heb je voor deze bezigheid een heuse vakzaak: De Messenwinkel, voorheen De Koordenwinkel, hier om de hoek in de Lange Gasthuisstraat 7. Ze verkopen daar niet alleen prachtig scheermateriaal (alsmede van die fraaie messen van het merk Laguiole), maar leren je dus ook daar mee om te gaan:
http://www.koordenwinkel.eu/shaving/
donderdag 15 oktober 2009
Nat of elektrisch (5)
Mijn zwager Chris begon elektrisch, stapte omwille van de daardoor toch gladdere huid over op nat scheren maar combineert voortaan the best of both worlds: "Tegenwoordig zijn er ook elektrische scheerapparaten die je moet opladen en onder de douche kunt gebruiken om te scheren, heb er dus erg in dat er geen verschil meer zit tussen nat en droog scheren." Dát wist ik niet. Ik zou het ook niet durven proberen omdat mij door mijn vader zaliger (doordeweeks elektrisch, in het weekeinde nat!) altijd geleerd is dat elektriciteit en water geen fijne combinatie vormen. Mijn vraag herinnerde Hans Mellendijk, die in de dagelijkse praktijk geen tijd vindt voor het feitelijk toch frisser natte rasieren, dat hij zowel horloge als scheerapparaat van zijn opa kreeg: "Horloge en inderdaad, ik was het vergeten, 'n eenkopper Philishave." Hij groet leuk met 'Scheer je weg!' Zelf ben ik bijzonder tevreden over de Wilkinson Sword Quattro maar Ron Scherpenisse (foto boven) kan met de helft toe: "Ik geef de voorkeur aan een houdertje met twee mesjes erin. De nieuwste modellen hebben vaak drie of vier mesjes, iets wat me net iets te veel is. Het eerste mesje tilt de stoppel op, het tweede mesje snijdt hem af, het derde fileert de huid vakkundig en het laatste mesje verwijdert het complete haarzakje. Twee mesjes is dus meer dan genoeg voor mij!"
woensdag 14 oktober 2009
Nat of elektrisch (4)
De meeste bevraagden krijgen jeuk van elektrisch scheren. Maar er zijn er toch ook die dagelijks een scheerapparaat uit de kast halen. De dichters Roger Nupie en Peter Holvoet-Hanssen bijvoorbeeld. "Ik heb de scheerderij nooit plezant gevonden. Met het antieke scheermes en aanbelangende kwast lukt het me helemaal niet, lijkt al snel op een poging tot vertwijfelde zelfverminking, tot bloedens toe," aldus Roger, die zelfs kan kiézen: "Ben in het bezit van zomaar liefst drie elektrische scheerapparaten die ik rijkelijk afwissel." En Peter scheert electrico: "Want scheermesjes liepen altijd faliekant af." Didier Van de Steene illustreert zijn voorkeur dan weer middels bovenstaande drie foto's.
Nat of elektrisch (3)
Kees Wagtmans koestert de herinnering aan een mooie vriendin, die er eens getuige van was hoe hij zich nat aan het scheren was: "Ze stond me zo vol verbazing aan te kijken. Alsof ze getuige was van een van die mannengeheimen die eigenlijk niet voor vrouwenogen bestemd zijn. Door haar verbazing werd ik me wel meer bewust van het hele ritueel dat dit klaarblijkelijk is." Kees scheert zich evenwel het vaakst elektrisch, omdat hij niet altijd de tijd vindt die je voor nat scheren dient te nemen. "Het ritueel vereist immers concentratie en mag niet afgeraffeld worden. Er dient ook goed materiaal gebruikt te worden: scherpe mesjes, een fraaie scheerkwast. Helaas bezuinig ik te vaak, en neem ik goedkope mesjes die dan hooguit een keer gebruikt kunnen worden zonder huidirritatie en mentale agitatie (zie foto)."
dinsdag 13 oktober 2009
Nat of elektrisch (bis)
Zou Het Scheerapparaat eigenlijk nog wel in zwang zijn? Een dergelijke vraag eist natuurlijk een Proef Op De Som. Mijn overdenkingen naar een twintigtal familieleden, vrienden en bekenden uit mijn adresboek gestuurd. Mannelijke uiteraard. Van wie ik weet dat ze niet volledig bebaard zijn. Met de opmerking dat het geen statistisch verantwoord resultaat op zou leveren, maar dat ik tóch benieuwd was naar de verhouding nat c.q. droog scheren. Dat van dat horloge had ik misschien beter achterwege kunnen laten want ik heb daarmee in elk geval bij Auke van der Heide (die zich overigens naar genoegen nat scheert) een trauma opengereten: "En mijn eerste horloge is een jeugddrama: ik had het nog geen dag en vergat het in het zwembad uit te doen. Ik weet nog dat ik tijdens de sprong in het water, als in een vertraagde film, het horloge om mijn pols zag, op dat moment beseffende dat het in het water kapot zou gaan. Een hulpvaardige volwassene maakte het nog aan een touw vast om het flink rond te slingeren omdat het water er op die manier uit zou gaan, maar helaas...." Excuseer, Auke!
maandag 12 oktober 2009
Nat of elektrisch?
Een heerlijk moment van de dag is immer het scheren (in mijn geval voortaan behalve wangen en hals ook de schedel). Toch heb ik dat niet altijd zo ervaren. Want aanvankelijk ontdeed ik me van mijn baardharen met een scheerapparaat, als ik me goed herinner een model van Remington. Dat kreeg ik ten geschenke toen ik Een Man dreigde te gaan worden. Klassiek cadeau, zoals het horloge dat je (katholieke jongetjes dan toch) bij je Eerste Heilige Communie van je oma kreeg. Maar op de een of andere manier vond mijn huid dat scheerapparaat geen prettige gewaarwording. Ik kreeg van het machientje, en ook van andere modellen, steevast een geïrriteerde huid. Sinds ik overstapte op nat scheren echter sta ik neuriënd voor de spiegel. Hetgeen me de vraag deed rijzen of Het Scheerapparaat eigenlijk nog wel in zwang is.
Winkelen in tijden van oorlog
Vandaag exact 95 jaar geleden, controleer het maar, werden in 'het bekende Magazijn Herman Tietz op de hoek van de Leipzigerstrasse en de Alexanderplatz in Berlijn' deze kiekjes genomen. Gepubliceerd in het drietalige tijdschrift Illustrierter Kriegs Kurier / Oorlogs Koerier / Courrier de guerre, toentertijd een Wochenausgabe / Wekelijksche uitgave / Edition hebdomadaire. 12 oktober 1914. De Groote Oorlog is nog maar net aan de gang. Alle strijdende partijen verwachten tegen de Kerst terug thuis te zijn. Propaganda van het zuiverste soort. 'Onze jongens' knokken het rap uit, en aan het thuisfront worden gewoon inkopen gedaan, alsof er buiten niets aan de hand is....
zondag 11 oktober 2009
Ballenplant
We kuierden weer eens door onze geliefde Kruidtuin, de Botanieken 'Of. Deze keer viel onze blik op de asclepia fruticosa L., uit de familie van de Asclepiadaceae. De zijdeplant. Maar ze kunnen ons nog meer vertellen. De bállenplant. Zo moet ze heten: lijken de zaaddozen ervan niet op testikels? Ze zitten nog eens bomvol zaad ook....
Ach ja....
De Nobelprijs voor de Vrede naar Barack Obama. Ik neem het Nobelinstituut niet meer volledig ernstig sinds de Nobelprijs voor de Vrede in 1973 naar Henry Kissinger en Le Duc Tho ging. De Verenigde Staten van Noord-Amerika hadden de oorlog in Vietnam verloren, waren er als een hond met de staart tussen de benen weggejaagd en wat deed het Nobelcomité? Het deed het, om Washington ter wille te zijn, voorkomen alsof het tot een onderhandelde vrede was gekomen. Kissinger, een van de meest sinistere machtsmonsters van de voorbij eeuw, als vredesapostel? Ha! Ook bij de Nobelprijzen voor de Vrede voor Menachem Begin (1978) en Yitzchak Rabin (1994), voor hun bijdragen tot het vredesproces in het Midden-Oosten, kon ik slechts schamper lachen. Ga maar eens een kijkje nemen in Gaza. Martin Rowson snapt er in The Guardian ook niets van. Canary Pete (boven) giet de verbazing namens Gazet van Antwerpen iets subtieler in een tekening.
zaterdag 10 oktober 2009
Zomaar een opmerking....
Ik heb niets tegen het Engels (ik lees, schrijf, spreek en versta het vlot), maar wel iets tegen de manier waarop Nederlanders het gebruiken. Er dreigt boven de Moerdijk namelijk een taal te ontstaan die Engels noch Nederlands is. Dat de huidige jongeren moeiteloos begrijpen wat een drop-offpoint of een security scan is wil ik best geloven, maar waar ik met steeds grotere vrezen voor vrees is dat ze niét meer weten dat voor check in, to label, drop-offpoint, security scan, terminal en gate uitstekende Nederlandse woorden als zich melden, etiketteren, afgiftepunt, veiligheidsonderzoek, luchthavengebouw en uitgang bestaan....
vrijdag 9 oktober 2009
Sprookjes
De filmpjes die mijn kozijn Maarten Bevers vorig jaar van een paar van mijn gedichten en mij maakte weer eens bekeken. Dat deed hij toch goed. Hij hoopt later iets van achter de camera te kunnen doen. Mocht hij later doorbreken als regisseur, weet dan dat hij reeds in 2008 zijnen nonkel verfilmde....
Gierik & NVT
Toen het Vlaams Fonds voor de Letteren de betoelaging voor het tijdschrift stopzette leek het er even op dat Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift er met het honderdste nummer het bijltje bij neer zou gooien, maar het blad heeft een frisse doorstart gemaakt. Het verschijnt nog steeds met de steun van de Provincie Antwerpen, talrijke auteurs en Antwerpen.Boekenstad. En met die van verschillende mecenassen. Dat die in het colofon meceneassen worden genoemd nemen we maar voor lief. Nummer 104 viel in de bus, en dat is zeer lezenswaardig. Francis De Preter vertaalde een aantal interessante Duitse gedichten naar onze taal en er is nieuwe poëzie van onder meer Katrijn Bussche, Gérard Leonard van den Eerenbeemt, Angela van Loenen en Dimitri Verbelen.
Maar wat dit nummer extra boeiend maakt is de ruime afdeling die gastredacteuren Luc Fierens en Henri-Floris Jespers samenstelden over concrete poëzie, ook wel visuele poëzie genoemd. Geen beeldend werk van dichters, of gedichten van beeldend kunstenaars maar geïntegreerde gehelen waarin woord beeld en beeld woord is. De schijnwerper wordt gericht op de oeuvres van illustere lieden als Henri Chopin, Pierre Garnier, Paul Neuhuys, Seiichi Niikuni en Frans Vanderlinde. In ons taalgebied hielden en houden onder meer Mark Insingel, Renaat Ramon en Gerrit-Jan de Rook zich met deze discipline bezig. De 104de editie van Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift is aantrekkelijk verlucht. Van 'poesia visiva' tot 'poesia totale' - Poëzie in woord, beeld en klank wordt voorafgegaan door Concreet, sonoor, Visueel?, een zoals we gewend zijn van deze eminente literatuurhistoricus doorwrocht essay van Henri-Floris Jespers. Alleen zijn vier kolommen noten zijn de moeite van het doorsnuffelen al waard!
Achter glas
Je merkt pas als je buiten stapt dat het een pak kouder aan het worden is. Want achter glas geeft de zon je de indruk dat de zomer nog immer gaande is. Zeker als je op het voorterras een bos bloemen op tafel hebt staan....
donderdag 8 oktober 2009
Seizoenswisseling
De bladeren dwarrelden om hem heen. Nu toch echt was de zomer afgelopen. “Zat ik maar op Capri”, dacht de man die soms wel vertelde Italiaans zo fraai te vinden. Er schoot hem een gezegde te binnen dat zo wonderschoon was het niet eens vertaalbaar bleek....
woensdag 7 oktober 2009
Met een blauwhelm op pad
Vandaag op verschillende plekken in de stad foto's gemaakt van een soldaat. Een kleine, dat wel. En: een plastieken. Bevriend kunstenaar Ron Scherpenisse vroeg me mee te doen aan Miniscule Blue Helmets On A Massive Quest, een door TodaysArt09 en Liefhertje & De Grote Witte Reus gesteund project van de Haagse kunstenaar Pierre Derks. Die distribueert speelgoedsoldaatjes waarvan hij de helm blauw verfde. De poppetjes worden verspreid onder kunstenaars her en der die blauwhelmpjes dan fotograferen tegen (een) bepaald(e) decor(s) in hun woonplaats en/of streek. Er zijn er al veel naar de website gestuurd, vanuit verschillende continenten. Ik ben echter de eerste die Antwerpen in het project voegde:
www.minibluehelmets.com
www.minibluehelmets.com
Gefloten liefdesverdriet
In 1957 had Pat Boone, een wat al te gladgelikte Amerikaanse ideale schoonzoon (hij is er intussen 75), een joekel van een hit met Loveletters In The Sand. Het dient gezegd: nog steeds een mooi nummer. Of hij het nu zelf doet of niet laat ik in het midden maar in bijgaand filmpje laat Boone me geloven ook zeer mooi te kunnen fluiten, een discipline waar ik dol op ben:
http://www.youtube.com/watch?v=yEsjo8gt2VY
http://www.youtube.com/watch?v=yEsjo8gt2VY
dinsdag 6 oktober 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)