De Nobelprijs voor de Vrede naar Barack Obama. Ik neem het Nobelinstituut niet meer volledig ernstig sinds de Nobelprijs voor de Vrede in 1973 naar Henry Kissinger en Le Duc Tho ging. De Verenigde Staten van Noord-Amerika hadden de oorlog in Vietnam verloren, waren er als een hond met de staart tussen de benen weggejaagd en wat deed het Nobelcomité? Het deed het, om Washington ter wille te zijn, voorkomen alsof het tot een onderhandelde vrede was gekomen. Kissinger, een van de meest sinistere machtsmonsters van de voorbij eeuw, als vredesapostel? Ha! Ook bij de Nobelprijzen voor de Vrede voor Menachem Begin (1978) en Yitzchak Rabin (1994), voor hun bijdragen tot het vredesproces in het Midden-Oosten, kon ik slechts schamper lachen. Ga maar eens een kijkje nemen in Gaza. Martin Rowson snapt er in The Guardian ook niets van. Canary Pete (boven) giet de verbazing namens Gazet van Antwerpen iets subtieler in een tekening.