Maar wat dit nummer extra boeiend maakt is de ruime afdeling die gastredacteuren Luc Fierens en Henri-Floris Jespers samenstelden over concrete poëzie, ook wel visuele poëzie genoemd. Geen beeldend werk van dichters, of gedichten van beeldend kunstenaars maar geïntegreerde gehelen waarin woord beeld en beeld woord is. De schijnwerper wordt gericht op de oeuvres van illustere lieden als Henri Chopin, Pierre Garnier, Paul Neuhuys, Seiichi Niikuni en Frans Vanderlinde. In ons taalgebied hielden en houden onder meer Mark Insingel, Renaat Ramon en Gerrit-Jan de Rook zich met deze discipline bezig. De 104de editie van Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift is aantrekkelijk verlucht. Van 'poesia visiva' tot 'poesia totale' - Poëzie in woord, beeld en klank wordt voorafgegaan door Concreet, sonoor, Visueel?, een zoals we gewend zijn van deze eminente literatuurhistoricus doorwrocht essay van Henri-Floris Jespers. Alleen zijn vier kolommen noten zijn de moeite van het doorsnuffelen al waard!