vrijdag 31 oktober 2008



Van KLOW naar КЛОВ
Georges Remi (1907—1983) is een naam die niet bij iedereen onmiddellijk een belletje doet rinkelen, maar zijn pseudoniem doet zulks zeker: Hergé. De schepper van Kuifje ontwikkelde de zogenaamde klare lijn, waaraan talloze latere stripmakers schatplichtig zijn. Leuk om te zien hoe sommige van hen dat niet onder stoelen of banken steken. Neem Yves Sente en André Juillard, die de Edgar P. Jacobs-creaties Blake en Mortimer nieuw leven inbliezen. In hun album Het Voronov-complot laten ze een spionne een hapje gaan eten in restaurant КЛОВ, en dat is een mooie knipoog naar KLOW, het Syldavisch restaurant waar Kuifje gaat lunchen in De scepter van Ottokar. Sente en Juillard doen zelfs Hergé’s ober opnieuw opduiken!


donderdag 30 oktober 2008


Mijmeren bij het aquarium
Toen hij ouder werd is het op de een of andere manier geruisloos verdwenen, maar voorheen had mijn vader altijd een aquarium. Ik herinner me nog goed, het was lang voor wij televisie hadden, dat ik ’s avonds voor het naar bed gaan nog even frisgewassen voor die fascinerende bak ging zitten. Om te staren naar die gracieuze maanvissen, die lichtgevende neon tetra’s en die nerveuze zebravisjes. Nu heb ik zelf al jaren een aquarium. Zebravisjes en maanvissen houd ik daar niet in. Wel de neon tetra’s. Voorts bodembarbeeltjes, pristella’s en roodneuszalmpjes. Als ik sportuitzendingen even buiten beschouwing laat kijk ik vaker naar mijn aquarium dan naar de televisie. Ik moet dan ook dikwijls aan mijn vader denken.


woensdag 29 oktober 2008




Et voila
Voortaan is de Leopoldplaats weer voorzien van het standbeeld van de man aan wie zij haar naam te danken heeft: Leopold Joris Christiaan Frederik (1790-1865), prins van Saksen-Coburg-Saalfeld en hertog van Saksen, die van 1831 tot 1865 als Leopold I de eerste Koning der Belgen was.

Op de buiten
Er zijn zo van die mensen die best naar hun zin wonen, maar toch nog iets missen. Een tuin bijvoorbeeld. Waarin je zulke mooie plekjes voor een tuinkabouter hebt. De bewoners van de etage op bijgaande foto zijn hier ofwel heen verhuisd uit een huis met tuin waaruit ze de tuinkabouter hebben meegenomen, ofwel geeft een balkonkabouter hen het idee dat ze toch een klein beetje een buiten hebben….

dinsdag 28 oktober 2008


Spartacus 'geleend'
Even een hoekje uit de filmgeschiedenis afstoffen, omdat het me ineens weer eens irriteert hoe vaak de Amerikanen goeie sier maken met andermans ideeën, daar vaak iets platters van maken maar er dikwijls ook veel succesvoller mee zijn. Massimo Girotti. Ooit van gehoord? Waarschijnlijk niet. Maar de naam Kirk Douglas doet waarschijnlijk bij iedereen een belletje rinkelen. De meesten krijgen er een beeld bij voor ogen van een man met een kuiltje in zijn kin, en denken er ook maar gelijk zijn vertolking van Spartacus bij. Mag. Absoluut geen onaardige film, en hoe dan ook stevig in de markt en het collectief geheugen gezet. Maar Stanley Kubrick blikte Spartacus wel pas in 1960 in. In 1952 (acht jaar eerder dus) echter, en dat wil ik gewoon maar even kwijt, draaide Riccardo Freda al een versie van Spartacus (Spartaco in het Italiaans). Met Massimo Girotti, die een uitstekend acteur was, in de titelrol. Italianen waren goed in ‘sandalenfilms’, de peplums.

maandag 27 oktober 2008



De terugkomst van de koning
En zojuist stapte ik buiten toen ik werklui bezig zag op de Leopoldplaats, het verdwijnpunt waarover ik het daarstraks had. Al bijna gans deze eeuw is het standbeeld van koning Leopold I weg ter restauratie. Die liep de nodige vertraging op omdat er moeilijk een stielman gevonden kon worden om brons op te knappen. Klaarblijkelijk is dat gelukt, want volgens de arbeiders die de sokkel momenteel aan het omsteigeren zijn komt het beeld deze woensdag terug. Ik ben een overtuigd republikein dus van mij hoeft het niet terug te keren, maar beter een ruiterstandbeeld dan alleen een lege sokkel.

Leopoldplaats verdwijnpunt
Vrijwel iedere keer als ik de deur uitga staat er wel iemand enigszins gecrispeerd op een hoek op een plattegrond te turen. Ik snap dat wel want de situatie is niet diafaan. De Leopoldplaats hier is immers een heus ‘verdwijnpunt’. Ik kan me nog goed voor de geest halen hoe wij hier eind van de vorige eeuw verzeild raakten (we wisten toen nog niet dat we ons zo dicht bij ons toekomstige appartement bevonden), en ons afvroegen in welk stuk van de stad we nóu toch in vredesnaam beland waren. Ik kan me dus goed voorstellen dat bezoekers hier verdwalen. Het is ook een merkwaardige plek in het centrum, want er is hier geen enkel zicht op visuele oriëntatiepunten als Antwerp Tower, Boerentoren, Onze Lieve Vrouwekathedraal of politietoren en je kunt vanaf de Leopoldplaats niet minder dan zéven straten in: Bourlastraat, Mechelsesteenweg, Begijnenvest, Schermersstraat, Sint-Jorispoort, Leopoldstraat en Tabakvest. Je zou van minder in verwarring raken!

zondag 26 oktober 2008


Winst door wintertijd?
Daarstraks is ons slingeruurwerk Vedette een uur teruggezet. Vannacht is de wintertijd immers ingegaan. Die levert ons een uur winst, want vroeger licht op. Maar niet iedereen ervaart dat zo. Onze vriend Niklaas Van Mortsel is op de koffie. Hij ziet er een al een beetje moe uit. Hoe dat komt. “Wel, de wekkerradio, de hifi, de microgolf, het televisietoestel, de dvd, mijn gsm, het autoklokje, mijn horloge, de klok op mijn fototoestel, die op het koffiezetapparaat, de video. Allemaal een uur vervroegd. En dan alle tijd die het me kostte de gebruiksaanwijzingen van dat materiaal te vinden,” is de verklaring voor zijn vroege zweetdruppels. “Ik ben minstens een uur bezig geweest om al die klokken en apparaten een uur vroeger te zetten, dus wat mij betreft was er géén sprake van een uur tijdwinst,” zuchtte hij....

zaterdag 25 oktober 2008


Hroeten uit Hent
Probeer me wel eens voor te stellen hoe boeren en buitenlui vroeger onder de indruk moeten zijn geraakt toen ze Gent binnenkwamen. Ze zullen eenzelfde gevoel hebben gehad als dorpelingen nu hebben wanneer ze voor het eerst de centra van Brussel, Rotterdam of Frankfurt aandoen. Er is in de Middeleeuwen een poos geweest dat Gent in Europa de grootste stad benoorden de Alpen was, en dat is aan 'de drie torens' echt nog wel af te zien. Had er gisteren rendez-vous met good old Ad Verbraak en Kees Wagtmans. Hen uiteraard even het panorama vanaf de Sint-Michielshelling laten zien. Ah, die grandezza….

vrijdag 24 oktober 2008


Schone Waterman
Zojuist mijn vulpen gewassen. “Je vúlpen gewassen? Veel gekker moet het toch niet worden!” hoor ik u al denken. Welnu: gisteren ben ik gedurende gans de dag het hele huis aan het afschuimen geweest op zoek naar mijn geliefde mahoniehoutkleurige Waterman. Kon die ineens nérgens meer vinden. Ik wist zéker dat ik er eergisteravond nog mee geschreven had. Alle kastjes, laden, stapeltjes boeken en cd’s overhoop gehaald. Zelfs in broek- en jaszakken gevoeld van kostuums waarvan ik wist dat ik die eergisteren niet gedragen had. Nul resultaat. Noppes. Rien de tout. Nichts. Nada. Dan bij AVA aan de Brederodestraat maar een nieuwe gaan halen. Mijn model Waterman was er niet meer. Een Parker gekocht. En die is nú al reserve, want wát vond ik daarstraks in het grit toen ik de kattenbak aan het verschonen was? Juist, mijn vulpen! Die moet bij verversen daarvan uit mijn borstzak gegleden zijn. De poezen zullen wel gedacht hebben wat dat nou weer voor nut had, zo’n pen in hun bak….

donderdag 23 oktober 2008



Emile Claus krijgt mooi overzicht
Ha fijn, volgend jaar richt het Gentse Museum voor Schone Kunsten de grote tentoonstelling Emile Claus en het landleven in. Ik weet dat diens doorgaans vrolijke en welgemutste blik veel kunstpausjes op de zenuwen werkt, maar ik ben altijd dol geweest op Claus’ intimistische, sfeervolle en technisch bijzonder knap opgezette doeken. Altijd een verademing, zijn ravissant realistisch impressionisme. Hij blijft geliefd, want ik lees zojuist dat het veilinghuis De Vuyst Claus’ schilderij Vlaanderen (een oogstlandschap met een moeder en haar kind) afklopte op € 216.000.

woensdag 22 oktober 2008


Het belang van Adriaan
De Antwerpse galerie De Zwarte Panter bestaat veertig jaar. In 1968 begon Adriaan Raemdonck ermee, aanvankelijk in de Wisselstraat maar al sinds 1970 in die monumentale Sint-Julianuskapel aan de Hoogstraat hier in Antwerpen. Het belang van Adriaan Raemdonck voor de kunst in de stad kan nauwelijks overschat worden. Hij wist en weet de meest interessante artiesten aan zich te binden. Wat te denken van Fred Bervoets, Jan Cox, Benjamin Demeyere, Sam Dillemans, Frank Maieu, Wilfried Pas, Pjeroo Roobjwee, Albert Szukalski en Jan Vanriet? En dat zijn nog maar enkele van de vele kunstenaars die door de jaren heen exposeerden. Raemdonck heeft zichzelf ontwikkeld tot een instituut. In de jaren zestig, het tijdperk waarin de conceptuele kunst hoogtij vierde, durfde hij het heel eigenwijs aan om juist voor expressieve kunst te kiezen. En dat is hij blijven doen.

Een constante in veertig jaar Zwarte Panter is ook de samenwerking tussen kunstenaars en letterkundigen. De Zwarte Panter geeft geregeld prachtige bibliofiele edities uit. Er stelden ook veel dichters tentoon die eveneens beeldend kunstenaar waren c.q. zijn zoals Hugo Claus, Patrick Conrad, Marcel Van Maele en Paul Snoek. Ook Clem Schouwenaars was in 1972 eens te gast, omdat hij gedichten had geschreven bij foto’s van Roger Dijckmans. Adriaan Raemdonck is godzijdank ook zo vooruitziend geweest om van al zijn tentoonstellingen de affiches te bewaren. En die hangen nu bijeen in de Koningin Fabiolazaal in de Jezusstraat hier in Antwerpen. Die leveren een kleurrijk spektakel op. Een lust voor het oog, en een indrukwekkend bewijs van wat er in De Zwarte Panter in vier decennia zoal te beleven viel.

http://www.artsite.be/zwartepanter/

dinsdag 21 oktober 2008


Contrastvol Koekelberg
In Koekelberg geweest. Er de Nationale Basiliek van het Heilig Hart weer eens bekeken. Wat is dat toch een merkwaardig bouwwerk. Op een contrastrijke plaats. Koekelberg is in oppervlakte op Sint-Joost-ten-Node na immers de kleinste gemeente van het land. Met op haar grondgebied dan weer wel het grootste gebouw in art-decostijl ter wéreld! De kerk heeft een buitenlengte van niet minder dan 164,5 meter, waarmee ze mondiaal (na de Basilique Notre Dame de la Paix in Yamoussoukro, de Sint Pieterskerk in Rome, de Cathedral of Saint John the Divine in New York, Liverpool Cathedral en de Saint Paul’s Cathedral in Londen) op vijf na de langste is.

maandag 20 oktober 2008


De trouw van de telefoongidsen
De Post distribueerde de nieuwe telefoongidsen. Tot mijn verbazing eigenlijk. Vroeger waren de Witte en de Gouden Gids nuttige gebruiksvoorwerpen maar sinds de computer me vertrouwd is geworden raadpleeg ik voor het zoeken van nummers alleen nog maar de online telefoongidsen. Het is echt lang geleden dat ik de papieren telefoonboeken doorzocht. Zouden ze die dingen blijven drukken? Er moet toch een moment komen dat iederéén weet dat je ze eigenlijk niet meer nodig hebt? Zou een flinke slok op een borrel schelen wat betreft de vermindering van de papierberg….

zondag 19 oktober 2008





Onze Lieve Vrouw van het Kasteel terug
Vanmorgen keerde het beeld van Onze Lieve Vrouw van het Kasteel terug in de Sint-Joriskerk hier, om eindelijk weer een plaats te krijgen op de zuilvoet die speciaal voor het beeld ontworpen werd, uiteraard in de kapel van Onze Lieve Vrouw van het Kasteel. Lange tijd had het een provisoire plaats omdat de kerk volop in restauratie was. Het beeld kwam met Alva mee naar Antwerpen, en was mede daarom lang gehuld in een feestmantel van Spaanse makelij. De sculptuur werd met een kleine processie van de kapel van de Karmel aan Rosier naar de Sint-Joriskerk gebracht. Van Onze Lieve Vrouw van het Kasteel is meestal alleen het gelaat te zien. Veel mensen staan er van te kijken welk een prachtig donker-eikenhouten beeld het is, dat eigenlijk helemaal geen tierelantijnen behoeft.

zaterdag 18 oktober 2008


Ranglijst Aller Tijden
Dit is Paul Rigolle. Dichter en wielerkenner. Sterker: hij dichtte ook over de koers. In zijn bundel De hel van het noorden (1982) over Parijs-Roubaix bijvoorbeeld. Hij heeft ook een bijzonder onderhoudende website met allerhande verrassende doorkijkjes. En boordevol interessante weetjes. Zo heeft hij het vandaag over de dopingbekentenissen van Gerolsteiner-renner Bernard Kohl, en zijn medeleven met diens ploeggenoot Davide Rebellin. Die mag door de Kohl-perikelen vandaag niet aan de start verschijnen van zijn geliefde klassieker de Ronde van Lombardije. Waardoor hij op de Ranglijst Aller Tijden voorlopig op de 17de plaats blijft staan. Hetgeen al heel erg deftig is. Dankzij Paul Rigolle kun je op je gemakje gaan kijken welke posities jouw favoriete renners innemen:
www.cyclingranking.com/frm_overall.php

vrijdag 17 oktober 2008



Doodstil
Het bezoek aan de oorlogskerkhoven in de Westhoek waar ik het gisteren over had legden we trouwens af met andere leden van de vzw ’t Grafzerkje, waaronder de enthousiaste Jacques Buermans al jaren zijn schouders zet. Daarvan zijn heel wat mensen met belangstelling voor funerair erfgoed lid. Deze keer ging ook fotograaf Peter van Deutekom mee. Die maakte een smaakvol beeldverslag van de trip. Dat is te zien op zijn webstee doodstill. De moeite waard!
www.doodstill.nl
www.grafzerkje.be

Vier Veren Waterval
Een van mijn oudste televisieherinneringen is de reeks Vier Veren Waterval. Ik was altijd onder de indruk van het begin: een bliksemschicht licht een oude indiaan op, en de camera zoomt in op sheriff Tex Tucker die zijn handen omhoog moet steken. Maar dan beginnen zijn revolvers uit zichzélf op zijn belager te vuren. De reeks, een poppenserie, werd tussen 1960 en 1964 gemaakt. Zocht al vaak op het internet, maar vond niets. En nu kom ik toevallig te weten dat het origineel Four Feathers Fall heet, en dát is op YouTube wél te vinden. Dat ik dat als jongetje spannend vond…Het begin vind ik overigens nog steeds sterk. De serie is trouwens van de mensen die later The Thunderbirds maakten.
http://www.youtube.com/watch?v=vqLyY4zQOjk

donderdag 16 oktober 2008




De overwinnaar schrijft
We waren in de Westhoek. Bezochten er de verschillende oorlogskerkhoven uit De Groote Oorlog. Het Tyne Cot Memorial bij Passendale is, net als de Menenpoort in Ieper, overweldigend. Door de honderdduizenden namen van bekende en onbekende gesneuvelden die er in fraaie marmeren panelen zijn uitgehakt, maar toch vooral door de megalomane vormgeving. Het Verenigd Koninkrijk was bij de bouw ervan nog het wereldrijk dat nu niet meer bestaat, en dat wilden ze laten zien ook. Het is dan ook vooral de Britse moed en opofferingsgezindheid die in de verf worden gezet. De Britten hebben een verwrongen beeld van The Great War want het gros van wat er aan boeken over de Eerste Wereldoorlog verschijnt, en dan hebben we het over 95%, komt uit Britse bron. Het is duidelijk, Julius Caesars De Bello Gallico bewijst het nog steeds, dat de overwinnaar de geschiedenis schrijft.

Gevolg is dat de Duitse kant van het verhaal in de literatuur zwaar onderbelicht blijft. Het is natuurlijk begrijpelijk dat de Duitse geschiedenis van De Groote Oorlog langs alle kanten overschaduwd en gepasseerd is geraakt door die van het Derde Rijk. Maar de Duitse soldaten maakten hetzelfde mee als de tegenstanders. Ook hun werd voorgespiegeld dat de oorlog een kwestie van een paar weken, hooguit maanden zou zijn en dat ze met Kerst weer terug thuis zouden zijn. Ook zij hebben aangemodderd in de ellende van de loopgraven. Er zijn ook Dúitse heldendaden verricht, en er zijn ook Dúitsers gesneuveld. Het Deutscher Soldatenfriedhof in Langemark is sober en stemmig. Het doet er Germaans aan, roept reminiscenties aan woudbegraafplaatsen op. Wat een contrast met Tyne Cot Memorial. Het was een mooie aanvulling op onze eerdere excursies naar andere gebieden waar tussen 1914 en 1918 frontgevechten plaatsvonden als die rond Albert, Arras, Péronne en Compiègne.

woensdag 15 oktober 2008


Parmantig
Trof in de Zoo een aardige scène: op een van de olifantenbeeldjes die de bewegwijzering vormen was een zilvermeeuw neergestreken die vanaf de rug van de kleine langsnuit de omgeving op zijn gemakje in zich op zat te nemen. Parmantige houding van die larus argentatus.

dinsdag 14 oktober 2008


(Lievelingspoezen, aflevering 2) Schele
Felix is bij ons thuis in Bath geboren. Hij was dikke maatjes met zijn broer Max, en onze bastaard-Ierse wolfshond Brando. Met Geertje. En met mij. Hij banjerde graag door de tuin. Die miste hij wel toen we terug naar Bergen op Zoom verhuisden. We hadden daar aan de Moeregrebstraat wel een binnenplaatsje, maar da’s toch wat anders dan polder. Door een gat in de muur naast de poort trok hij er geregeld op uit. Op een dag was hij er niet toen het eten werd geserveerd. En de dag erop ook niet, en de dagen daarna evenmin. Mijn hart kromp. Na Wat is er joh? was ik wéér een poezenvriend kwijt, zonder dat ik wist wat er mee gebeurd was. Vanaf dat moment werd Max ongelooflijk miauwerig. We begrepen er helemaal niets van. Maanden, echt máánden later deden we de voordeur open. Ik bewoog snuffend mijn neus heen en weer. “Wat is er?”, vroeg Geertje. “Er is iets, maar ik weet niet wat,” zei ik.

Toen we de keuken binnen kwamen dacht ik eerst onze Max op zijn rug te zien, maar ineens zag ik die een stukje verderop….Felix was terug! We schrokken wel toen hij zich omdraaide, want hij had een dood oog. Waarschijnlijk had hij al die tijd van die kwetsuur liggen bekomen in nabije bosjes, en was Max zo miauwerig omdat hij dat wist. De dierenarts zei dat we het oog konden laten verschrompelen, maar ook dat hij het kon verwijderen. We kozen voor het laatste. Sindsdien heette Felix Schele, en was het net of hij hele dagen liep te knipogen. Hij heeft heel wat van zijn spreekwoordelijke kattenlevens verbruikt. Hij kwam een keer thuis met een joekel van een gat in zijn kop. Hij strompelde een keer door het kattenluik naar binnen met een gebroken heup. Hij genas daar volledig van. Uiteindelijk bezweek hij aan een nierziekte. Zijn broer Max overleefde hem ruim. Die verhuisde nog met ons mee van de Moeregrebstraat naar de Kaatsbaan en naar de Bourlastraat hier in Antwerpen. Hij is zestien geworden.

maandag 13 oktober 2008



Tuin in oktober
Kijk toch eens hoe ferm het tuintje op ons voorterras ondertussen is geworden. In het voorjaar (onderste foto) was het nog slechts een enorme bak met potgrond, wat zaadjes en kleine aanplant (plús een vijvertje, want dat mag in een tuintje niet ontbreken) maar nu is ons uitzicht (vooral door de uitbundige groei van clematis, klimop en passiflora) serieus gróen!

zondag 12 oktober 2008


Helemaal gratis
Maar dát is mooi meegenomen…!

zaterdag 11 oktober 2008


Instemmend gebrom
Zit goedkeurend te hummen bij het herlezen van een interview met Hedwig Speliers (Poëziekrant 15/3, mei-juni 1991), een van de dichters die ik graag lees. Over het verschil in benadering van poëzie boven en beneden de Moerdijk. Waarom Nederland zijn, en bij uitbreiding hermetische poëzie tout court, volgens hem niet begrijpt? "Ik denk dat het calvinisme daar een grote rol in speelt, dat de Nederlander literatuur nog altijd ziet als een directe mededeling, het gedicht als een soort… nuttigheidswaarde. Onze noorderbuur heeft de zee, het water moeten overwinnen, hij is een vechter tegen de natuur, hij is een commerçant, hij heeft de Nederlands-Indische Compagnie opgericht, hij is dus historisch gegroeid in een situatie waarin hij zich staande moet houden, ook met een taal die direct te begrijpen is: Nescio of Van het Reve, of noem de zovele dichters, de realisten, de parlando-dichters, de anekdoten-dichters," doceert Speliers (foto). "Het is een poëzie van de mededeling en de mededeelzaamheid, van de onmiddellijke, directe verstaanbaarheid, eigenlijk is het de poëzie van de natuurtaal. De natuurlijke taal is voor hen poëzie.

Bij de Fransen, de Spanjaarden, de Zuid-Amerikanen, ook bij de Vlamingen, ligt dat helemaal anders. Onze taal krijgt een dimensie meer, een dimensie van koloriet, van beeld, van vindingrijkheid, onze taal gaat eigenlijk staan naast de natuurlijke taal, naast de natuurlijke mededeling, naast het parlando. Al die elementen zijn bij ons ook wel ingebouwd, maar er is die extra dimensie in onze poëzie, die meer zuiders gericht is, niets aan te doen. Tenzij je naar het model van de Nederlanders gaat schrijven natuurlijk en dat wordt veel gedaan. Ik herinner me Nolens die me zei: ‘Ik moet een dag gaan spreken met mijn uitgever over mijn bundel.’ Dat kan toch niet. Ik kan niet met een uitgever spreken over wat kan en niet kan in mijn bundel. Mijn bundel is een creatie, geen koehandel. De lezers moeten zich openstellen en voor mij toegankelijk maken. Ik kan mezelf toch niet toegankelijk maken? Ik creëer, ik transformeer, ik maak." Instemmend gebrom.

vrijdag 10 oktober 2008


Wel integendeel
Hoewel ik vind dat hij mondialisering moet zeggen en niet globalisering ben ik het, zeker in deze op financieel vlak barre tijden, nog immer hartgrondig eens met deze ferme stellingname van Benedictus XVI: “Men kan niet zeggen dat de globalisering een synoniem voor wereldorde is, wel integendeel. De strijd om economische hegemonie over energie, water en grondstoffen maakt een ieder het leven moeilijk die probeert een rechtvaardige en solidaire wereld op te bouwen.” Ongelukkiglijk leidde die strijd om economische hegemonie tot de huidige beurshysterie. En wederom spreekt Zijne Heiligheid wijze woorden: “Ogenschijnlijk zijn geld, succes en carrière de ware kanten van de realiteit. Maar die gaat vroeg of laat voorbij. In werkelijkheid zijn al die dingen die reëel lijken van ondergeschikt belang. Het geld verdwijnt met de ineenstorting van de grote banken. De crisis toont de vluchtigheid aan van geld en ambitie.”

donderdag 9 oktober 2008


Wat is er verboden?
Kwam op het perron in Brussel-Noord een merkwaardig ‘verkeersbord’ tegen. Wat zou het willen aangeven? 'Verboden u in horizontale toestand naast het perron te bevinden?'

woensdag 8 oktober 2008


De kamer van Justus Lipsius
Bij de post de jongste aflevering van Wel, het driemaandelijks tijdschrift van de universitaire werkgroep literatuur en media in Leuven. Wordt me opgestuurd door Frans Mink. Waarom? Blader het door, en tref dan mijn gedicht De kamer van Justus Lipsius (verschenen in mijn door Frans uitgegeven bundel Onaangepaste tijden). Vandaar. Goede gelegenheid om het schilderij waarnaar ik verwijs, een van mijn lievelingsdoeken, eens mee te nemen.

Aan de muren authentiek Spaans goudleer.
Henri De Braekeleer legde dat zo mooi
vast op zijn Man in stoel. Hier is het echt.

Naast de vuurplaats staart Seneca stervend
met bange ogen van Rubens door twaalf
raampjes naar binnentuingebladerte.

Lessenaar smachtend naar beschrijving.
De vloer telt wel achttienhonderd tegeltjes,
eronder geduldige grond. Over deze stille wereld

van bestorven dingen nu opent de avond zich traag,
als een mossel. Ergens klinkt een cantus firmus.
Buiten is regen koel en op weg naar het oosten.

dinsdag 7 oktober 2008


Bart Janssen centraal
De themastand in het Poëziecentrum aan de Vrijdagmarkt 36 in Gent stelt deze maand Bart Janssen centraal. Binnenkort verschijnt van hem een nieuwe bundel, Opzicht. Eerder verschenen Grisailles, Een losse draad, Gedane wit en Kwijtschrift. De kleine expositie toont niet alleen bundels en tijdschriften waarin poëzie van Janssen verscheen, maar ook beeldend (veelal grafisch) werk met de gedichten die hij daarbij schreef. Overigens heeft de dichter Bart Janssen een eerder zeldzame job: hij is beroepshalve bij De Post verantwoordelijk voor de totstandkoming van postzegels, een aspect dat evenmin onbelicht blijft.
www.poeziecentrum.be

maandag 6 oktober 2008