(Lievelingspoezen, aflevering 2) Schele
Felix is bij ons thuis in Bath geboren. Hij was dikke maatjes met zijn broer Max, en onze bastaard-Ierse wolfshond Brando. Met Geertje. En met mij. Hij banjerde graag door de tuin. Die miste hij wel toen we terug naar Bergen op Zoom verhuisden. We hadden daar aan de Moeregrebstraat wel een binnenplaatsje, maar da’s toch wat anders dan polder. Door een gat in de muur naast de poort trok hij er geregeld op uit. Op een dag was hij er niet toen het eten werd geserveerd. En de dag erop ook niet, en de dagen daarna evenmin. Mijn hart kromp. Na Wat is er joh? was ik wéér een poezenvriend kwijt, zonder dat ik wist wat er mee gebeurd was. Vanaf dat moment werd Max ongelooflijk miauwerig. We begrepen er helemaal niets van. Maanden, echt máánden later deden we de voordeur open. Ik bewoog snuffend mijn neus heen en weer. “Wat is er?”, vroeg Geertje. “Er is iets, maar ik weet niet wat,” zei ik.
Felix is bij ons thuis in Bath geboren. Hij was dikke maatjes met zijn broer Max, en onze bastaard-Ierse wolfshond Brando. Met Geertje. En met mij. Hij banjerde graag door de tuin. Die miste hij wel toen we terug naar Bergen op Zoom verhuisden. We hadden daar aan de Moeregrebstraat wel een binnenplaatsje, maar da’s toch wat anders dan polder. Door een gat in de muur naast de poort trok hij er geregeld op uit. Op een dag was hij er niet toen het eten werd geserveerd. En de dag erop ook niet, en de dagen daarna evenmin. Mijn hart kromp. Na Wat is er joh? was ik wéér een poezenvriend kwijt, zonder dat ik wist wat er mee gebeurd was. Vanaf dat moment werd Max ongelooflijk miauwerig. We begrepen er helemaal niets van. Maanden, echt máánden later deden we de voordeur open. Ik bewoog snuffend mijn neus heen en weer. “Wat is er?”, vroeg Geertje. “Er is iets, maar ik weet niet wat,” zei ik.