Bij Uitgeverij Kleinood & Grootzeer zag Langs beide oevers van de Maas - Dichters over Limburg het licht, een anthologie van Hannie Rouweler. "Als op 25 augustus 1830 de opvoering van de opera La Muette de Portici in de Muntschouwburg in Brussel er niet was geweest [...] dan hadden misschien beide Limburgen nu nog onbegrensd en onverdeeld naast elkaar geleefd." probeert de samenstelster in haar voorwoord enig historisch kader te schetsen. Probeert, want die opvoering in de Muntschouwburg was weliswaar de aanleiding tot het ontstaan van België, maar ook toen al was Limburg voor zowel Den Haag als Brussel ver weg, ginderachter. 1830 heeft met de kwestie-Limburg amper iets te maken, vermits het grootste gedeelte van wat nu Nederlands Limburg is tot 1866 bij België noch bij Nederland hoorde, maar onderdeel was van de Duitse Bond! Irrelevant wat de poëzie aangaat, maar áls je details geeft moet je dat ook correct doen. Het boek bevat 42 gedichten van Nederlanse en Vlaamse dichters. Ze zijn niet allemaal in een van de Limburgen geboren, maar de meeste wonen er lang, hebben er gewoond of hebben zich eenvoudigweg door een bezoek aan de fraaie streek laten inspireren. Sommige gedichten zijn er echter om onduidelijke redenen met de haren bij gesleept. Wat de bijdragen van Marianne Aartsen, Kreek Daey Ouwens, Ina Stabergh, Jos Verstegen en (de tenenkrullende rijmelarij) van Leo Vroman met Limburg te maken hebben wordt míj alleszins niet duidelijk. Ook ontbreken er nogal wat dichters met Limburgse wortels. Waarom geen werk van bijvoorbeeld Maarten van den Berg, Chrétien Breukers en Koos van den Kerkhof?