dinsdag 22 december 2009

De dikke knarie


Het is te lang om helemaal te citeren, maar ik heb me weer eens zitten vermaken met The Fat Budgie, een gedicht van John Lennon uit diens A Spaniard In The Works (1965). En niet alleen daarmee, maar óók met Lennons tekeningen en met de vertaling (in Dagboeknotities 1967-1972) die Cees Buddingh' van het gedicht vervaardigde:

I have a little budgie
He is my very pal
I take him walks in Britain
I hope I always shall.

I call my budgie Jeffrey
My grandad's name the same
I call him after grandad
Who had a feathered brain.

Some people don't like budgies
The little yellow brats
They eat them up for breakfast
Or give them to their cats.

De eerste drie strofen, van de twaalf. Buddingh's versie luidt:

Ik heb een kleine knarie
Me beste kammeraad
Kga dikkels mettem wandle
Al wortook nog zo laat

Ik noem me knarie Sjeffie
Zo heette mopa ok
Ik noemmum zo naar mopa
Dawwasso zije sok

Dr zijn lui dieznie motte
Vuil etterlijers zat
Ze smere zop dr bootraam
Of geve zander kat.