Als kind spaarde ik via een actie van Blue Band de plaatjes bij elkaar voor in Ik weet het, mijn eerste encyclopedie. Ik plakte al die illustraties (nou ja: pa en/of ma zullen vast een handje geholpen hebben) zelf in, met gluton. Ik weet het, nog immer in de boekenkast nabij, is mijn ‘oerboek’. Natuurlijk is dat overdreven, maar gevoelsmatig komt ‘alles’ wat ik ‘weet’ daar uit. Onlangs nog tijdens een quiz kon ik de vraag ‘Wat zijn de zeven wereldwonderen?’ als enige foutloos beantwoorden. Ik hoefde in mijn hoofd het lemma Wereldwonderen in Ik weet het maar even na te lopen. Een atol blijft er in mijn hoofd altijd zo uitzien als op het plaatje in Ik weet het. Hetzelfde geldt voor de fakir, het karveel of pygmeeën. Om kort te gaan: het boek maakt wezenlijk deel uit van mijn systeem.