Waarschijnlijk zag hij een kneutje want het door hem vermoede diertje vertoont nergens een neiging naar roze. Van ornithologie had de betreurde Bob den Uyl niet bijster veel kaas gegeten, maar hij is wel een van de weinige schrijvers die me een schaterlach kunnen ontlokken. In Landschappen komt hij terecht in een arcadische omgeving: 'Met links en rechts een uitbundige begroeiing van de meest uiteenlopende boom- en plantensoorten, dit alles doorkruist met prielen en wielen, waarin meerkoeten, waterhoentjes en verschillende soorten eenden in alle stilte op zoek waren naar voedsel. Scholeksters vlogen over naar de rivier, en ook zag ik nog een klein licht-grijsbruin vogeltje met een naar roze neigend borstje, dat ik besloot voor een karekiet te houden (door deze wijze van determineren heb ik al heel wat zeldzame en schuwe vogelsoorten gezien).'