Natuurlijk hebben wij met onze kennis van nu makkelijk oordelen, maar Couperus wilde op het moment zélf stelling nemen. Tussen Oostenrijk en Servië wilde hij niet kiezen, maar tussen die twee andere grote belligerenten wel: "Als ik moet kiezen tusschen Duitschland en Rusland, kies ik Duitschland. Eénmaal neêrgedaald van mijn ivoren hoogte in de algemeene menschelijkheid, hoop ik, dat Duitschlands leger en vloot de Ruusische zullen verslaan, ja vernietigen." Hij herkent in onze oosterburen 'een oprechte, eene naïve, eene sentimenteele, tegelijk hooghartige en vooral tragische ziel. Ik voel in hen: het Ideaal. Als zij zingen, met hunne lichte oogen ten hemel: Deutschland über Alles...! dan word ik geroerd (dat word ook ik nog heden ten dage), niet omdat ik dan mede wensch, dat Duitschland moge zegevieren over de wereld, maar om hun oprecht, naïef sentimenteel en hooghartig Ideaal. Een Ideaal, dat tragiesch zoû kunnen worden..."