De zomer van 1914 bracht Couperus, net als die van 1912 en 1913, om de hitte van het Middellandse Zeeklimaat te ontvluchten door in Pension Grebenau aan de Wittelsbacherplatz 2 in München. De Brieven van den nutteloozen toeschouwer beginnen op 1 Aug. XIV, daags voor de oorlogsverklaring: "1 Aug. Mobilizeering van Duitsche leger en vloot. Een drooge datum, die ik boeken wil, om hem niet te vergeten. Wij leven zóó snel, zoo koortsig en vooral in dezen grooten koorts, zullen wij zoo spoedig weêr vergeten, dat het leven een hallucinatie schijnt en niet meer werkelijkheid en het best zoû kunnen gebeuren, dat ik over een maand mij af vroeg, als ontwakend uit een droom: wanneer is ook weer de Oorlog verklaard, wanneer heeft Duitsland ook weêr gemobilizeerd..."