Veel steden hebben bijnamen voor hun inwoners. Antwerpenaren worden bijvoorbeeld ook wel sinjoren genoemd, en Tilburgers kruikezeikers. Mechelaars heten ook wel maneblussers en Bergenaren krabben. Geboren en getogen in Bergen op Zoom weet ik niet beter dan dat ik mezelf ook krab mag noemen. Maar krabben is, of was, klaarblijkelijk niet de énige bijnaam voor Bergenaren. Tot mijn verbazing lees ik, bladerend in het Modern Woordenboek (taalkundig, encyclopedisch, geïllustreerd) van J. Verschueren, s.j. (in 1937 verschenen bij Brepols in Turnhout) dat inwoners van Bergen-op-Zoom (ja, zo schrijven Vlamingen Bergen op Zoom nu eenmaal - nog steeds), dat 72 jaar geleden slechts 22.267 inwoners telde, als spotnaam behalve krabben tevens kei- of stoepschijters hadden. En dát is volkomen nieuw voor me. Waarom weet deze Bergenaar dat niet? Waar zou die bijnaam vandaan zijn gekomen? En wanneer, en waarom, is hij in het ongerede geraakt....?