zaterdag 11 juli 2009

Geld van leder

Over het interbellum gesproken: dat de huidige crisis vervelend is staat buiten kijf, maar ze stelt natuurlijk amper iets voor in vergelijking met de situatie bij onze oosterburen vlak na de Eerste Wereldoorlog. Duitsland werd door de geallieerde overwinnaars (met Frankrijk op kop) dusdanig uitgeperst (daar ligt een van de kiemen van de Tweede Wereldoorlog) dat een brood op zeker ogenblik wel een miljoen mark kostte. Een miljóen. In 1919 waren er nog normale bankbiljetten, van onder meer 50 mark (zie onder). Amper een paar jaar later was er noodgeld. En vréémd noodgeld: tikte een exemplaar op de kop van Notgeld van de stad Pössneck, in Thüringen. Een biljet van vijf miljoen (= 5.000.000) mark. Nou ja, biljet: het bizarre is dat het een lederen is. Waarschijnlijk omdat, getuige de achterkant, dat een courant en dus betrekkelijk goedkoop materiaal was in het in die tijd in leder gespecialiseerde stadje. Vijf miljoen euro, en waarschijnlijk kreeg je er niet eens een pint voor....