Alles moet zijn zoals het is. Vond op een rommelmarkt voor € 1 (één euro) een volkomen gaaf, zelfs nog niet helemaal opengesneden exemplaar van Het verleden van Columbus. Deze dichtbundel van Maurice Gilliams verscheen hier in Antwerpen bij De Nederlandsche Boekhandel, in 1944. Thuis besnuffel ik de nieuwe aanwinst, waarna ik haar op het stapeltje op de leestafel leg. Daarvan pak ik ter lezing Geen vogelkreet de roos van Wilfried Adams. Wat lees ik, als ik dat boek opensla? Het drieluik De klaarte van de kei, en dat is....Maurice Gilliams opgedragen! Het eindigt met:
Knel ik een kei in mijn vuisten, koel
een schelp, generfde glooiing:
het ovalen verhaal hoe de zee eeuwig keert.
Geen knieval: een berk die in eigen zilver
stil te zingen staat, kenbaar maakt.
Fluisterende
vonk tussen aarde en blauw.
Knel ik een kei in mijn vuist,ik word hand,
louter, die nooit meer ophoudt met strelen.
Knel ik een kei in mijn vuisten, koel
een schelp, generfde glooiing:
het ovalen verhaal hoe de zee eeuwig keert.
Geen knieval: een berk die in eigen zilver
stil te zingen staat, kenbaar maakt.
Fluisterende
vonk tussen aarde en blauw.
Knel ik een kei in mijn vuist,ik word hand,
louter, die nooit meer ophoudt met strelen.