Op die mooie begraafplaats Schoonselhof even gedag gaan zeggen bij twee overleden dichters. Bij leven waren Wilfried Adams (23 november 1947-13 januari 2008) en Michel Bartosik (21 maart 1948-1 februari 2008) zaliger nagedachtenis dikke vrienden. Ze stierven met een interval van slechts een halve maand, en blijven elkaar ook in dat andere leven nabij: hun graven liggen pal naast elkaar. Ik vind dat ontroerend. Pak nog regelmatig een bundel van hen uit de kast. Opdat ze niet voor niets geschreven hebben. Zal hier van beiden een vers meenemen. Van Wilfried uit Graafschap - Gedichten '68-'69 (in 1970 verschenen als nummer 23/24 van het 'literair krities en polemies' [sic] tijdschrift Morgen):
In ijs en ijzer mijn keel gegijzeld
mijn adem misbaar en verraad
maar bij de laatste dageraad
zal glanzend blauw mijn stem herrijzen
Van alle verworven woorden ontdaan
tot helder zwijgen ingekeerd
zuiver zal ik de uiterste einder ingaan
zijn rijk waar stilte luisterrijk heerst.
In ijs en ijzer mijn keel gegijzeld
mijn adem misbaar en verraad
maar bij de laatste dageraad
zal glanzend blauw mijn stem herrijzen
Van alle verworven woorden ontdaan
tot helder zwijgen ingekeerd
zuiver zal ik de uiterste einder ingaan
zijn rijk waar stilte luisterrijk heerst.