En van Michel, uit de bundel Linguistiek (in 1975 bij Contramine verschenen) het aan Wilfried Adams opgedragen gedicht Glas:
Zoals de zee haar eigen streling draagt
zo draag ik op een schotel mijn schedel
naar de andere oever van het raam, dezelfde.
De zee: door erosie verzacht,
ingebouwde hand.
Zoals de vijver, dichtgefluisterd door zijn oponthoud,
in zijn vel zijn ingewanden grift.
Ziek in een zaal van duizend spiegels.
In de ruststand van de huid
kiezen periodisch dezelfde letters
de schutkleur van het jaargetij.
Blind masker van glas.
Wanneer ik zwijg
hoor dan hoe aan wind en lijf
zelfgenoegzaam de maden knagen.
Zoals de zee haar eigen streling draagt
zo draag ik op een schotel mijn schedel
naar de andere oever van het raam, dezelfde.
De zee: door erosie verzacht,
ingebouwde hand.
Zoals de vijver, dichtgefluisterd door zijn oponthoud,
in zijn vel zijn ingewanden grift.
Ziek in een zaal van duizend spiegels.
In de ruststand van de huid
kiezen periodisch dezelfde letters
de schutkleur van het jaargetij.
Blind masker van glas.
Wanneer ik zwijg
hoor dan hoe aan wind en lijf
zelfgenoegzaam de maden knagen.