Mijmering boven de krant. Toen ik het kruiswoordraadsel uit De Standaard oploste een foutje gemaakt. Ik had van een woord van zes letters de laatste vier al. De omschrijving was 'deel van een huis', dus met die lder vulde ik onmiddellijk zolder in. Maar het klopte niet, en bleek kélder te moeten zijn. Ik heb goede herinneringen aan mijn allereerste jaren, aan de vele nachten dat ik bij mijn opa en oma op zolder sliep, met het geluid van koerende duiven en het beeld van Onze Lieve Heer, dat nu naast mijn bureau staat, nabij. Met een kelder heb ik nooit iets gehad. Waarschijnlijk daarom dat ik instinctief zo en niet ke voor lder schreef. Overigens een merkwaardige uitgang, lder. Er zijn niet zo veel woorden die daarop eindigen. Wat kan er (behalve de vergrotende trap van een aantal adjectieven: bemidde, beneve, ingewikke, ontwikke) voor lder? Daa. Kwe. Fo. Ko. Mi. Mu. Po. Verder weet ik het zo snel niet.