In de vorige eeuw had je in de Schone Letteren de Zestigers, de 55-ers, de Vijftigers (waarvan dichters als Hugo Claus, Gerrit Kouwenaar, Lucebert en Simon Vinkenoog (foto boven) deel uitmaakten. In de eeuw dáárvoor had je al de Tachtigers. Een daarvan was Willem Kloos. De allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie. Zo definieerde Kloos ooit de kunst in het algemeen, en de poëzie in het bijzonder. Des te merkwaardiger is dus eigenlijk het feit dat dichters de koppen bij elkaar steken, om aan gezamenlijke projecten te werken of als groep een optreden te verzorgen. De laatste tijd gebeurt dat opvallend vaak. Zo is in het Leuvense reeds geruime tijd het gezelschap Mengmettaal actief (waarin dichters als Mark Meekers, Wim Menheer, Gerda De Preter, Karel Sergen en Lieve De Vijver meedraaien) en zijn er in West-Vlaanderen Zeven dichters die in wisselende samenstellingen voordrachten beleggen (o.a. Magda Castelein, Patrick Cornillie, Jan Van Meenen, Paul Rigolle en Toon Vanlaere).