dinsdag 3 maart 2009

Assoziationen

Zit te werken met als achtergrondmuziek International Language, een album van Cabaret Voltaire uit 1993. Denk ineens aan de poëzie van Hugo Ball. Waarom? Omdat deze dadaïst als eerste klankgedichten bracht, en wel in de bakermat van het dadaïsme: Cabaret Voltaire. Dat werd in 1916, het geboortejaar van mijn vader zaliger nagedachtenis, opgericht aan de Spiegelgasse 1 in Zürich. Ball las er op 23 juni van dat jaar voor het eerst Karawane voor. Terwijl Europa in brand stond introduceerde hij daar een nieuw literair genre. Hij declameerde diezelfde avond (in een bijzondere uitdossing, getuige de foto hieronder) ook Wolken, Katzen und Pfauen, Gadji beri bimba, Totenklage en Seepferdchen und Flugfische.

Karawane

jolifanto bambla ô falli bambla
grossiga m'pfa habla horem
égiga goramen
higo bloiko russula huju
hollaka hollala
anlogo bung
blago bung
blago bung
bosso fattaka
ü üü ü
schampa wulla wussa ólobo
hej tatta gôrem
eschige zundaba
wulubu ssubudu uluw ssubudu
tumba ba - umf
kusagauma
ba - umf

Waarbij ik onwillekeurig ook aan François Rabelais moet denken. Adriaan De Roover merkte destijds op dat Jan Hanlo voor zijn Oote de mosterd bij Pantagruel haalde (zie het Gemengd Bericht van vrijdag 15 augustus 2008).