We doopten de nieuwe huisgenootjes Stan en Ollie, de dikke en de dunne. Maar daar hebben ze nooit naar geluisterd. De dunne niet omdat hij doof bleek, en de dikke niet om mij nog immer onbekende redenen. Hij werd mijn eerste lievelingspoes. Hij lĂșisterde overigens wel, maar alleen als ik Wat is er joh? riep zoals AndrĂ© van Duin dat als Ome Joop deed in de Dik Voor Mekaar Show. Het was een echte kroeljanus. Maar hij was ook graag buiten. Toen ik op een zomeravond in Bath, waar we een huisje hadden, in bad zat zag ik hem door het raampje zoals hij wel vaker deed met zijn dikke kont op de dijk zitten, turend in de richting van Antwerpen. Dat was de laatste keer dat ik hem zag. Hij is nooit meer thuisgekomen, en ik heb nooit geweten waarom. Wanneer ik aan hem denk maakt dat me nog steeds verdrietig….