woensdag 1 oktober 2008

De weergekeerden
Schandalig mooi is toch wel vers nummer IV uit Maurice Gilliams’ Bronnen der slapeloosheid, de grote Antwerpse dichter die hier om de hoek in de Lange Gasthuisstraat heeft gewoond en een standbeeld heeft in de tuin van Het Elzenveld nabij de Kruidtuin.

De weergekeerden uit een vroeger leven
verademen bij de avondlamp der dromers.
In ’t knappend haardvuur vlamt de tover
van ’t geen had kùnnen waar zijn in ’t verleden.

Maria zingt. Boeken en oud brood verzeeglen
jaren van vrees, oud zeer en arme dagen.
Ik schrijf. Over de harde schaliedaken
van ons kasteel verbrast de nacht zijn regen.

Vaarwel, wat lelijk is. Wie wil naar buiten
in ’t landgoed van de dood, bij natte duiven
ijlings in slaap, de wieg der twijgen tarten?

Ons heim is schoon. Gewoon een vuur van takken
verwarmt de vleermuiswijfjes van de winter.
- Maar kindernamen laten zich niet vinden.

Is het niet prachtig? Let er eens op hoe De weergekeerden op het eerste gezicht lijkt te rijmen, maar dat in werkelijkheid niet doet. Dat schijnrijm is fascinerend!