maandag 23 juni 2008

Bollewangenhapsnoet
Van sommige woorden denk je dat ze des families zijn. Zo leerden wij bij ons thuis mijn jongste zusje dat ze mocht vloeken wat ze ook maar wilde, als ze maar nóóit lodaline zou zeggen. Als ze écht kwaad was kwamen er dus geen lelijke verwensingen uit haar mond, maar het brave lodaline. Zij is nu nóg boos dat we haar wijsmaakten dat de naam van dat ouderwetsche wasmiddel een lelijk vloekwoord was. Ook een familiewoord is jakhals. Wederom heeft mijn zusje daar iets mee te maken. Ons ma had jachtschotel gemaakt (ze bereidde dat gerecht erg lekker), en toen Nelleke vroeg wat we aten verstond ze voor jachtschotel jakhals. En dat is er in gebleven. Ook haar eigen kinderen en die van mijn broer noemen jachtschotel jakhals. Maar soms blijkt een woord waarvan je dacht dat het des families was gewoon in De Van Dale te staan. Zo dacht ik dat bollewangenhapsnoet iets van bij ons was, maar neen: bollewangenhapsnoet (m.), (inform.) iem. met bolle wangen (meestal liefkozend van kinderen gezegd).