Ça ira
Ah! Ça ira, ça ira, ça ira, les aristocrates à la lanterne. Deze strijdkreet klonk geregeld tijdens de eerste tijd van de Franse Revolutie. Gedurende het Directoire was het zelfs een tijdlang verboden deze tekst in het openbaar te zingen. Ça ira is ook de titel van het tijdschrift van de Fondation Ça ira, die zich inzet voor het levendig houden van de belangstelling voor het werk van Paul Neuhuys (1897-1984), de Antwerpse avant-gardist. Ça ira was er al eerder. Het blad werd gelanceerd in april 1920, en zou zich op literair vlak gaandeweg ontwikkelen tot het belangrijkste avant-gardetijdschrift in België. Het is aan de redacteuren van de huidige versie (Luc Neuhuys, Thierry Neuhuys en de onvermoeibare Henri-Floris Jespers) te danken dat het oeuvre van Neyhuys en tijdgenoten actueel belicht blijft worden. In het Frans, dat wel. In de laatste nummers van het tijdschrift zette Jespers (foto) Les enfants de colère, waartoe onder meer beeldend kunstenaar Wout Hoeboer behoorde, en het in 1950 in Antwerpen opgevoerde toneelstuk La Poponaia van Ubaldo Guicciardini in de schijnwerpers. In de jongste aflevering haalt hij dan weer de al bijna vergeten dichter Léon Chenoy (1890-1961) onder het stof vandaan. Telkens boeiend graaf- en spitwerk van Monsieur Jespers en zijn geestverwanten!
Ah! Ça ira, ça ira, ça ira, les aristocrates à la lanterne. Deze strijdkreet klonk geregeld tijdens de eerste tijd van de Franse Revolutie. Gedurende het Directoire was het zelfs een tijdlang verboden deze tekst in het openbaar te zingen. Ça ira is ook de titel van het tijdschrift van de Fondation Ça ira, die zich inzet voor het levendig houden van de belangstelling voor het werk van Paul Neuhuys (1897-1984), de Antwerpse avant-gardist. Ça ira was er al eerder. Het blad werd gelanceerd in april 1920, en zou zich op literair vlak gaandeweg ontwikkelen tot het belangrijkste avant-gardetijdschrift in België. Het is aan de redacteuren van de huidige versie (Luc Neuhuys, Thierry Neuhuys en de onvermoeibare Henri-Floris Jespers) te danken dat het oeuvre van Neyhuys en tijdgenoten actueel belicht blijft worden. In het Frans, dat wel. In de laatste nummers van het tijdschrift zette Jespers (foto) Les enfants de colère, waartoe onder meer beeldend kunstenaar Wout Hoeboer behoorde, en het in 1950 in Antwerpen opgevoerde toneelstuk La Poponaia van Ubaldo Guicciardini in de schijnwerpers. In de jongste aflevering haalt hij dan weer de al bijna vergeten dichter Léon Chenoy (1890-1961) onder het stof vandaan. Telkens boeiend graaf- en spitwerk van Monsieur Jespers en zijn geestverwanten!