dinsdag 30 oktober 2007

Toch handig
Aan de Groenendaallaan zat ik in een abri te wachten op de tram toen er een mevrouw binnen stapte. Ik knikte vriendelijk, en zij glimlachte beleefd terug. Even later kwam er aan de andere kant een jongeman naast me zitten, die plotsklaps heftig begon te gesticuleren. Net toen ik wilde vragen wat hij daarmee bedoelde zag ik dat rechts van me die mevrouw even geestdriftig terug aan het gebaren was. “Aha, doven,” concludeerde ik. Waarop ik (er is iedere dag wel iets te leren) me afvroeg of een land als België met zijn drie officiële landstalen ook drie gebárentalen zou hebben. En dat, zo leerde wat googelen, blijkt het geval. Misschien zelfs wel meer, want bijvoorbeeld Arabische en Turkse doven hebben ook hun eigen manier van communiceren. Elk land kent zijn eigen gebarentaal, die los staat van de gesproken taal van de horende mensen. Daarnaast kunnen er ook regionale varianten bestaan, vergelijkbaar met de gesproken dialecten. Er bestaat naast de Nederlandse Gebarentaal (NGT) ook een (Vlaamse Gebarentaal (VGT). En dan heb je nog een internationale gebarentaal: Gestuno. Daarvoor werden de meest begrijpelijke gebaren uit verschillende gebarentaal gekozen opdat het eenvoudig te leren zou zijn. Een soort Esperanto voor doven dus. Maar omdat Gestuno geen concrete grammatica heeft beschouwen veel mensen Gestuno niet als een echte taal.