donderdag 19 juli 2007

Antwerpenaars rapper dan Parijzenaars?
Het nieuwe Gerechtsgebouw in Antwerpen heeft niet de grandeur en verbazingwekkende schoonheid heeft die ons was beloofd. Dat vindt Oscar van den Boogaard. In zijn column in De Standaard stelde hij te hopen dat het nieuwe Gerechtsgebouw niet hét architecturale hoogtepunt in het België van de 21ste eeuw is. Dat mag hij natuurlijk vinden. Zoals het mij vrij staat het wel een geslaagde realisatie te vinden. De gustibus non est disputandem. Wie de stad vanuit het zuiden nadert krijgt een wonderlijk bouwsel voor ogen, waarvan de torens me steeds aan Spoetniks doen denken. Het is sowieso goed dat de leegte van de Bolivarplaats, waar vroeger het Zuidstation stond (daar situeerde Hubert Lampo het slot van zijn geslaagde roman De komst van Joachim Stiller) eindelijk werd opgevuld. Wat me met betrekking tot het nieuwe Justitiepaleis aan de Bolivarplaats eigenlijk als meest eigenaardig trof (zeker hun bekende dikkenekkerige gemopper op van alles en nog wat in ogenschouw genomen), was het feit dat je er de Antwerpenaars niét over gehoord hebt. En dat moet welhaast betekenen dat ze het bouwwerk al in hun hart gesloten hebben. Waarmee ze rapper zijn dan de Parijzenaars. Die hebben immers tientallen jaren lang gekankerd wat een schande het was dat zo’n stalen monstrum als de Eiffeltoren in hun stad weg was gezet. Het duurde generaties voordat de inwoners van de Franse hoofdstad in de gaten hadden dat ze toch wel iets bijzonders in huis hadden…