zaterdag 26 december 2009

Ze klinken overal hetzelfde, dat wel


Ik wist niet dat er in ons taalgebied zoveel verschillende (dialect)woorden voor het beestje zijn: kikker(d), kikvors, kruts, puid/puit, vors, paddemook, pui, vros, aak(te)pui(t), kikmauw, ki(nk)puit, kwak, kwakker(d), kwakvors, kwakvros en kwekker(d). In Brabant, Zeeland, Antwerpen en West-Vlaanderen is puid/puit het meest verbreid, in Oost-Vlaanderen aak(te)pui(t). Typisch die scheiding. Wellicht is dat de invloed die Zeeland via Zeeuws-Vlaanderen op West-Vlaanderen heeft. Of wat te denken van de verschillende benamingen voor spin: kobbe (West- en Oost-Vlaanderen), koppe, kobbegespin, koppegespin, kobbespin, koppespin (Zeeland, stukje Oost-Vlaanderen), koppespinder, spin, spinhoer, spinnekop (West-Brabant en Antwerpen) en vrijer. Eigenaardig dat twee buurgebieden, Zeeland en West-Brabant, de boel omdraaien en van respectievelijk koppespin en spinnekop reppen!