vrijdag 15 augustus 2008

En dan het fragment waarvan Antwerpenaar De Roover (foto) wist dat het in hoofdstuk 18 uit het Vierde Boek van François Rabelais’ meesterwerk Pantagruel te vinden was:

Bou, bou, bou, bou!
Otto, to, to, to, ti, bou
bou, bou, bou, ou, ou
ou, bou, bou, bous

bous
bous, bous, bous, bous
paich, hu, hu, hu, ha, hu
ah ! ah! ah!
Be, be, bous, bous, bobous
ho, ho ho ho ho

Vierhonderd jaar eerder geschreven, en geen experimentele poëzie maar het gejammer dat Panurge slaakt als hij zeeziek is….