zaterdag 5 januari 2008

Desolaat en desolater
Een trouw treinreiziger als uw dienaar kan bepaalde trajecten dromen. Antwerpen-Bergen op Zoom, Antwerpen-Gent-Sint-Pieters en Antwerpen-Brussel-Zuid om er maar een paar te noemen. Voor een bezoek aan het Felicien Rops Museum moet je naar Namen. En dan kom je langs heel wat exotischer stopplaatsen. Onderweg passeer je Brussel-Schumann, Brussel-Luxemburg, Ottignies, Mont-Saint-Guibert, Blanmont, Chastre, Ernage, Gembloux, Lonzee, Beuzet, Saint-Denis-Bovesse en Rhisnes. Nu ken ik een paar, laat ik het netjes zeggen, tamelijk desolate stationnetjes. Dat van Horst-Sevenum bijvoorbeeld, of dat van Appledore. Maar het stationnetje van Chastre (in het Waals: Tchåsse) slaat werkelijk àlles: of je nu naar links kijkt of naar rechts, er is nérgens ook maar enig spoor van menselijk leven waar te nemen. Alleen een perronnetje. Geen afspanning, geen hoeve in de verte. Waaróm is daar een halte? Blijkens Wikipedia schijnen er nochtans wat mensen te wonen. Waar dan? Verstopt in oude bunkers, of verdoken in de heuvels? Overigens was het weerzien met Namen leuk, waakt de citadel er nog immer trouw over Samber en Maas en is het Felicien Rops Museum de moeite waard.