vrijdag 11 januari 2008

De weg aan boord van de Pedro Nunes
Ofwel is een aantal ex-matrozen en –deksonderofficieren ongeveer gelijktijdig met mij gereïncarneerd, ofwel voert er ergens een dubbelganger van mij het bevel over een stoer schip: het is me namelijk al meerdere keren gebeurd dat ik werd herkend als hun oud-kapitein. De eerste keer overkwam me dat in een klein café nabij het station van Middelburg. Een ouwe zeerob kwam naast me zitten, bestelde me wat te drinken (“Een oorlam voor de kapitein!”) en wilde uitvoerig weten hoe het nu toch wel met me was. Later zat ik in Avignon aan een pint, toen een matroos me met tranen in de ogen van ontroering om de hals kwam vallen. “Mon capitain, comment allez vous?” En nog niet zo heel lang geleden werd ik ook hier in Antwerpen, aan het Willemdok, vanaf een passerende boot hartelijk begroet met “Ahoi kapitein, alles goed?” Merkwaardig blijft het. Ik voel me ook zeer senang op barken als de Kruzenshtern (waarover ik het gedicht Op de Kruzenshtern schreef) en de Libertad, die ik steevast aandoe als ze hier aangemeerd liggen. Ik meen zelfs de weg te weten aan boord van de Pedro Nunes als ik het model daarvan bestudeer dat ik sinds kort het mijne mag noemen….